maandag 21 augustus 2017

OVERNACHTING



De voltooid verleden tijd gaat prima, merken we als mijn broer belt. Pappi herkent meteen de Gelderse tongval. De tegenwoordige tijd zit in het luchtledige en Q bevindt zich sinds dinsdag in een ander vacuüm: zijn woonadres voelt niet als thuis, sterker nog de herkenning is ver zoek - zie vorige blog HULPLIJN. We willen pappi weer bezig zien. Ik geef de tuinman die zijn eigen tuin niet herkend een snoeiopdracht: 'Volgende week is het familiedag. Wil jij de zwaan op de sokkel van klimop ontdoen?' Om vier uur in de middag krijg ik een telefoontje. Pappi: 'Ik heb mijn werk gedaan. Kom je me dan nu halen?' 'Hoe bedoel je: HALEN,' vraag ik. 'Dat ik hier overdag in een vreemd oord moet zijn, vind ik nog daaraan toe, maar 's avonds wil ik naar huis. Bovendien heb ik niets te eten', klinkt het verwilderd. 'Ach lieve schat, je bent toch thuis!  Driemaal daags schuif je er aan tafel, zo dadelijk ga je avondeten. En daarna blijf je slapen.' Pappi bromt: 'Ik zie geen keuken, alleen een badkamer. Eigenlijk ziet het eruit als een hotel. Ben ik op vakantie?' 'Misschien kan je dat zo wel stellen. Permanent op vakantie dan,' zeg ik, 'zelfs je bed wordt opgemaakt. Vraag het maar aan de zuster'. 'Dat ga ik doen', besluit pappi ferm. Na wat aanwijzingen begrijpt Q dat hij via de deur (!) zijn kamer moet verlaten en slechts de gang over hoeft te steken naar de zusterpost. Na 10 minuten hangt hij weer aan de lijn. Opgelucht: 'Ik heb 1 overnachting kunnen boeken. De zuster komt me straks zelfs ophalen, dan gaan we samen naar de zaal waar een broodmaaltijd wordt geserveerd. 'Maar als het morgenvroeg regent - ik kan mijn regenjas niet vinden en ik heb alleen nog een fiets -, kom jij me dan halen?' 'Ik wil eerlijk tegen hem blijven en herhaal dat hij daar woont. 'Ik snap er de ballen van,' zucht pappi. 'Laat uitgerekend jij me nou in de steek? Dat had ik nooit van jou verwacht!' Mijn hart breekt. 

's Zondags klinkt Q weer helder en is hij zijn gewone montere zelf. Van die 6 afwezige donkere dagen kan hij zich nul komma nul herinneren. Lachend: 'Waar ik het aan verdiend heb weet ik niet schat, maar de zusters die al zo leuk en lief voor me zijn, zwermen nu constant om me heen. Ik word zo verwend!'

zaterdag 19 augustus 2017

HULPLIJN



Hoor ik weinig van pappi tussen de bezoekjes door, dan is hij in goeden doen of bezig. De vele belletjes de dag nadat hij moeilijk uit zijn woorden kon komen, hoofdpijn had en zich ziekjes voelde (geen koorts), bleken een voorbode van een aaneenschakeling van black-outs die achteraf bezien een tweede herseninfarctje moet zijn geweest. De hulplijn werd - net als 8 maanden geleden - een hotline waarin ik telkens dezelfde vragen geduldig beantwoordde, terwijl zijn kortetermijngeheugen gewoon was lamgelegd. Een week lang verkeerde Q. in niemandsland waarin zijn kamer, het huis, de tuin, en de mensen vreemden waren. Hels voor hem, omdat hij zelf wist dat er iets niet in de haak was, hij achterdochtig was (ZE hebben mijn kamer perfect nagebootst van mijn eigenlijke thuis) en  de werkelijkheid niet kon vatten. Met extra knuffels en kusjes, muziek, hoofdmassages, geheugentraining, de niet aflatende inzet van de waakzame zorgzusters (chapeau!) en 2 dagen risperidon is Q, zoals hij zelf zegt, weer voor 90% in het heden beland. 

dinsdag 8 augustus 2017

IK HEB ZO WAWAWAWAANZINNIG GEDROOMD


Nederland is en masse op vakantie. Zo ook de familie van de bewoners en om beurten de vaste medewerkers van het Zorghuis. Om de thuisblijvers een beetje het vakantiegevoel te geven, is de recreatiezaal omgetoverd tot een gezellig terras met fleurige ouderwetse parasolletjes, mega zonnebloemen in potten en voor de ramen felgele kartonnen zonnen aan een touwtje: een dagje uit thuis. Op het televisiescherm trekken in een slideshow vakantiekiekjes in zwart-wit voorbij. Een groep ouderen met polyester Hawaii-slinger om of voorzien van zonneklep of strooien hoed, schuifelt met de blote voeten in een blauwe schelp met strandzand. Ze likken aan een raketje of houden een druppend driekleurig (aardbei, vanille, chocola) wafelijsje in de hand. De heren dragen veelal een tropenhelm, vissershoedje of zonnebril en nippen aan een cocktail (ranja met een rietje), terwijl hun voeten dobberen in de deksel van de schelp die gevuld is met een laagje zout water. Een buitenbeentje die eerst wel en toen weer niet en toen weer wel mee wilde doen, heeft een tot tulband getransformeerde sjaal om en zit met zijn onderdanen in een solitair teiltje met sodawater. Diegenen met elastieken kousen en zwachtels om de benen voelen en ruiken aan de op tafel liggende schelpen en uitgestrooide openstaande dennenappels, of woelen met hun handen door geel heidezand en bewonderen kitscherige souvenirs van weleer. Herinneringen drijven vanzelf boven.

De activiteitenbegeleidster zingt vragend regels uit vakantieliedjes: 'We gaan naar Zandvoort al aan de zee, en wat nemen we mee? De bewoners diepen diep uit hun geheugen en reageren spontaan: een koffer, zonnebrand, duikbril met snorkel, een emmertje met schepje, azijn (tegen kwallen- en muggenbeten), een picknickmand, aardappelen enzovoorts. Tussen het uitserveren van drankjes en exotische fruithapjes (het is tenslotte middag) en ouderwetse vakantiespelletjes door, speelt een accordeonist de overbekende Franse chansons; Parijs was nog nooit zo dichtbij. Er wordt gevraagd wat de vakantiebestemmingen van naasten zijn. Enthousiast worden papieren ansichtkaarten getoond. Bewoners vertellen over hoe zij vroeger met een volgeladen fiets door eigen land, België en Duitsland toerden, kampeerden bij een boer of  overnachtten bij 'verre' neven en nichten, ooms en tantes. De boffers bezaten al een auto en reden naar Ventimiglia of Karinthië. 'Tegenwoordig gaat iedereen met de vliegmachine naar Verweggistan alsof het niks is. Dat hadden wij toen ook wel gewild ...' 

Ik wrijf in mijn ogen, kijk rond en zie mijn eigen slaapkamer. Wat een waanzinnige droom, want in de werkelijkheid zou me dat toch een geklieder geven.







dinsdag 1 augustus 2017

BIERTJE!


Binnenshuis is het klam. Simpelweg een terrasje pikken is er niet meer bij voor pappi. Te veel prikkels en een omgeving die hij niet meer herkent. 'Zullen we in de tuin op het terras gaan zitten', vraag ik. 'Hebben ze daar een koud pilsje, daar heb ik echt zin in', informeert Q. 'Dat is al geregeld', zeg ik. 'En een sigaret!' 'Je rookt helemaal niet', schud ik van nee, terwijl ik hem een groen pijpje aanreikt. Als hij het aloude bekende Heerlijk Helder Heinekenflesje bewondert, is de sigaret al verleden tijd. 'Ziet een bierflesje er tegenwoordig zo uit? Kunstig!' Het begint te druppen, de spatten gaan vrijwel meteen over in gestage regen. We verkassen naar zijn kamer, waar we ramen en deuren wagenwijd openzetten en de ventilator op de hoogste stand. Proost!