dinsdag 12 december 2017

BENENWAGEN


Een geparkeerde truck ontneemt het zicht op straat. In het Zorghuis is operatie vloerbedekking aan de gang. De bewoners verorberen hun middagmaal  in de inpandige kapel omdat de vlijtige tapijtleggers in de eetzaal op de knieën zitten. 'Weer eens wat anders' vindt het smikkelend gros, terwijl de verzorging een meer tumultueuze impact had verwacht. 

Als pappi en ik elkaar spreken heeft hij maar een brandende vraag: waar is mijn auto? 'We hadden een uitstapje vanmiddag en ik heb drie keer op en neer gereden. Ik geloof dat we met zijn allen buiten de deur hebben gegeten. Het was heel gezellig. Na het toetje deed ik een dutje en daarna ging ik buiten wat pierewaaien. Op de plek waar ik de auto dacht te hebben achtergelaten staat nu een grote vrachtwagen. Aangezien ik de sleutels nergens kan vinden, neem ik aan dat de werklui mijn auto verplaatst hebben. 'Ik ben helemaal in de bonen, want ik heb de hele wijk al rond gefietst en kan de auto nergens vinden.' *Vragen doet hij niet, want dat is openlijk toegeven dat hij onkundig is.

'Ik kan je geruststellen: je auto is niet gestolen. Je hebt al vijf jaar geen auto meer en je stalen ros is een aantal jaren geleden van eigenaar verwisseld.' Pappi hogelijk verbaasd: 'Wat vertel je me nou? Niet leuk als je me voor de gek houdt. Ik heb een rode auto en een groene Union.'  Zijn eerste vierwieler was een rode Volvo, de laatste een zilver sportkarretje: de Opel Corsa. De fiets was een Gazelle. Ik moet lang op hem inpraten om hem van 1983 naar 2017 te transporteren. Q: 'Nou, wordt-ie mooi. Hoe moet ik hier dan wegkomen?' Ik: 'Je hoeft niet weg en zo ja, dan regel ik dat voor je. 'Q: 'Dus ik kan hier blijven?' Ik: Klopt, wat er ook gebeurt.' 'Pappi: 'Waarom weet jij dat allemaal en ik niet?' 'Denk er maar niet aan, het was vast een boze droom', probeer ik hem te troosten. 'Oke, dan hang ik op, Ik leg me erbij neer, want het wil er bij mij niet in', schikt pappi.


De dag erop worden alle 'gangbewoners' in de vernieuwde recreatiezaal gestationeerd omdat de gang nu aan de opknapbeurt onderhevig is. Pappi de regelaar, belt me al voor achten op: 'Schat, je zou vandaag komen, maar ik kan je hier niet gebruiken. De mannen van de vloerbedekking zijn er weer en daarom verkassen we. Ik heb een donkerbruin vermoeden dat ik vandaag weer ingezet wordt, dus ik weet niet hoe laat ik thuis ben.'