dinsdag 9 februari 2016

CHAOS


Q. maakt er een zootje van. De chaos in zijn hoofd vertaalt zich letterlijk in het dagelijks leven. Hij blijft dingen verplaatsen met als gevolg dat er steeds van alles zoek is. Zo kan hij dagen achtereen in paniek zijn, omdat zijn sleutels (op het haakje in de gang) of zijn lidmaatschappasjes (in het etui in de lade van het telefoonkastje) kwijt zijn. Hij wil wel opruimen, maar vergeet onderweg wat hij ook al weer wilde doen. Zo komt alles op een onvindbare plek.

De woonkamer ziet eruit alsof er een bom is ontploft. Kledingstukken slingeren her en der over stoelen en kasten. In de linnenkast ligt alles door elkaar. ‘Ik heb geen schoon ondergoed meer’, zegt hij tegen mij. Het ligt er wel, alleen weggemoffeld achter de stapel tafellakens. Ik maak de individuele schappen in zijn kledingkast overzichtelijker door ze te stickeren. Voor het hangende goed komt een kartonnetje aan het rek.

Bij mijn volgende bezoek ziet de kamer er redelijk opgeruimd uit. Ik vraag Q. of hij de plakkers handig vond. ‘Nou, ik heb er een hoop overbodige afgehaald. Je moet maar een paar nieuwe maken voor spullen die ik wél heb.’ Verrast kijk ik in de kast met gehusselde stapels. Als ik zie welke stickers verwijderd zijn, gaat er pas een lampje branden. Een broek heet voor de 88-jarige een pantalon, een spencer is een slip-over, een blouse is een sporthemd, onderbroeken zijn slips, een trui noem je een pullover, en een colbert kwalificeer je als blazer. Wat dom van me.