maandag 20 juli 2020

OUD


Elke middag verlaat ze onze straat te voet. Haar uiterlijk is altijd een lust voor het oog: een vriendelijk gezicht met fijne lijntjes, omlijst door een perfect zittende bob boven een afwisselend Gerry Weber mantelpakje. Ik schat haar op basis van haar ongebondenheid en kwiekheid: 65-plus. Terwijl ik de fuchsia's op de vensterbank bewater, knoopt ze, afstand houdend op het trottoir, een praatje aan: 'Vreselijk dat virus. Ik ben op weg naar een vriendin, dat is mijn enige vertier nu. Voorheen bezocht ik stelselmatig musea en was ik vrijwilligster in een zorginstelling. Wat dat laatste betreft was corona een welkome aanleiding om ermee te stoppen.' Moi: 'Vond u het niet leuk meer?' Zij: 'Jawel, maar over een 5 maanden word ik 80. Qua leeftijd zou ik er kunnen wonen. Voor je het weet houden ze me daar!'