donderdag 8 oktober 2020

SPEEDDATEN

Speeddaten stond al langer op mijn verlanglijstje. Huisgenoten die door gehoorproblemen (doof), slechtziendheid en immobiliteit (duwrolstoel) zelfstandig geen contact kunnen maken een zetje geven. Twee mensen tegenover elkaar en moi als intermediair op veilige afstand om het gesproken woord over te brengen c.q. samen te vatten. 

Eerst willen de bewoners bewegen, ik ben immers 'de gymjuf'. Van 10.00 tot 12.10 uur (met een ingelaste koffiepauze) komen alle oefeningen aan bod. Bewoners kunnen naar eigen kunne meedoen. Wielie en Mijnheer Demijne doen op afstand fanatiek mee; voor hen is er als applaus een potje zitvoetbal. Bij de dames leert een kersverse bewoonster van bijna 100  in drie keer voordoen de (zitvariant) van de macarena. Tot slot doen we een test wie het langst de grote gymbal op de vooruitgestoken benen kan houden. Dit voor de competitief ingestelde gymnasten. Grietje houdt het 80 seconden vol en waant zich winnaar. Ze is hevig teleurgesteld als Lachebekje bij 100 seconden vraagt: 'Hoelang duurt dit nog?' Moi verwonderd en overdonderd: 'Uh, u mag stoppen wanneer u wilt.' Opgelucht ze laat de benen zakken en proest het uit. 

Met Mutti vouw ik samen de was. Bij de rode poetsdoeken speelt zij met wijsvingers op haar hoofd voor stier, ik wapper als een volleerde matador: 'Torero!' De servetten moeten gestreken. Moi: 'Dat doen we op de ouderwetse manier.' Mutti kirt van herkenning: 'De lakens, de lakens!' Precies, dat deden wij vroeger thuis ook: twee gezinsleden trekken zo hard als ze kunnen het bijna opgevouwen laken strak. Omdat die krachtinspanning zo leuk is, gooit ze de stapel 'oeps' om. Nog een keer!

Speeddaten behoeft enige uitleg bij de bewoners. Dat het geen verplichtingen schept en voor de duur van vijf minuten is (verlenging is mogelijk), haalt de bewoners over de drempel. Want: voor je het weet zit je met iemand opgescheept. We gaan het rijtje af. De speeddate komt prima van pas voor de drie nieuwelingen. Na een voorstelrondje (wat je niet onthouden kunt, maar waardoor je je wel opgenomen in de groep voelt) geeft de nieuwe zichzelf ongemerkt haar bijnaam. Dat komt doordat een andere bewoonster een gelijkende geboortenaam heeft, waarop de nieuwelinge zei: 'Ondanks dat ik de nieuwe ben, ben ik de Alde ... Gonda.' Zo grappig, dat belooft wat. Flipse, Mutti en Rocky (Mutti noemt haar Mime omdat zij in Rocky haar oude Buuf herkent) blijken dezelfde humor te hebben en liggen regelmatig dubbel. Flipse verwacht binnenkort weer te kunnen lopen en belooft een demo line dancing. Het wordt zo gezellig dat Mutti een Jagermeister bestelt. Na een (mmmmm dat heb ik gemist) olifantenpootje met cola voelt ze de alcohol al. Ons Door blijkt een goede match met JJ: beiden houden ze van Rome en klassieke muziek. Ze raken niet uitgepraat over pausen en gregoriaanse gezangen. Josje geeft geen gehoor vanwege het gehoorapparaat dat al jaren (met opzet) bij de audicien ligt te verstoffen. Ze vindt het wel heel gezellig als ik de hele dag blijf: 'Dan is er leven in de brouwerij'. De Witte Dame wil een speeddate met moi. Dat mag bij wijze van uitzondering. Bardotje heeft geen zin om te converseren met leeftijdsgenoten. Zij geeft mij wijze raad: 'Altijd vriendelijk zijn en toch ze eigen gang gaan is haar geheim om de honderd te naderen.' Haar lees ik gedichten voor van Toon. Als antwoord geeft ze haar liefste lach. Kroepoekje en ons Door waren eerst buurtjes. Ze hervinden elkaar in de wederzijdse verhalen: dat ons Door haar glijdende gebit altijd opving en terugplaatste vond Kroepoekje erg vermakelijk ... en ongeloofwaardig. Toch is het zo. Kroepoekje date later nog achter het venster met een getijgerde poes met witte kniekousen. De Frêle Freule heb ik tijdens het middageten ondersteund; ze eet als een beer. Zij speeddate zoals wel vaker met een imaginair persoon: ditmaal gelukkig met een lief meisje. Lachebekje laat vol trots (en nog eens, en nog eens) een kleurplaat van een kardinaalsvogel zien: 'Ik wist niet dat ik het in me had. Kijk eens hoe geweldig mooi ik dat getekend heb.' We prijzen haar de hemel in. Ze blijft met beide pantoffels op de grond. Mijnheer Demijne koppelt zich na een lange uitleg over ontmoetingen & spontaniteit aan Merie en later aan JJ. Buurman & Buurman (Wielie de portier) voegen zich aan de grote tafel en er ontstaat over en weer een geanimeerd groepsgesprek. 

Zomaar is het alweer na vijven, de bokworst gaat in de pan, voor mij is het tijd om op te breken. Mijnheer Demijne dribbelt me achterna. Bezorgd vraagt hij naar zijn pas overleden boezemvriend: 'Had hij een hartinfarct, want ineens was hij er niet meer. Ik maak me een beetje zorgen, want ik moest voorheen ook geregeld naar de cardioloog.' Ik strijk hem over zijn hart en verzeker hem: 'U heeft een goed hart.' Dat vindt hij lief. Ik word uitgezwaaid tot aan de poort.