zondag 10 april 2016

SMOESJESBOEK



Het weekmenu in het Zorghuis bevat onder andere boeuf bourguignon, zalmfilet met pommes duchesse (niet te verwarren met de spierziekte Duchenne zoals iemand de pureetoefjes laatst noemde), Duitse biefstuk met asperges en meer van dat soort heerlijkheden voor vleesetende fijnproevers. Geen wonder dat pappi’s buik behoorlijk uitdijt. Verschillende van zijn overhemden staan op knappen. De zachtgele blouse die hij momenteel draagt, laat zijn onderhemd eruit piepen. De twee middelste knoopjes hebben het opgegeven en zijn eraf gesprongen. 

‘Wat zit je er schandalig bij’, lach ik bij binnenkomst. ‘Ja, had je dat bij het strijken niet gezien? Dat had je weleens mogen repareren, voordat ik het aan zou trekken.’ ‘Toen ik het schoon in jouw kast weghing, zaten alle knoopjes er nog op. De blouse kan niet meer dicht door je uitdijende buik Qorrewitz,’ plaag ik zijn buik kietelend. ‘Smoesjes, je had gewoon geen zin om het te repareren en nu zit ik hier voor schut,’ weert Q. zich knorrig. Uit het duizenddingenbakje op de salontafel vis ik triomfantelijk de twee matchende knoopjes. Q. heeft zijn uitvlucht klaar. Vanachter zijn brillenglazen zoekt hij zijn eigen bevestiging: ‘Betrapt! Je had de knopen meegenomen, maar naald en draad vergeten. Da’s niet zo slim.’ Was Q.’s kersenpit maar zo solide als zijn smoesjesboek.

zondag 3 april 2016

OPGEHOKT


Buiten lonkt de zon. Q. zit met gesloten gordijnen opgehokt. Ik zet de fiets op de staander en tik tegen het raam. De vitrage gaat aan de kant. Ik toon een tray met violette viooltjes. ‘Ouderwets geurig en fleurigs voor je geveltuintje,’ roep ik. Pappi maakt vooralsnog geen aanstalten om naar buiten te komen.

Ik ga aan de slag met de bakken potgrond, vul de gieter, zet de schoffel en bezem staande bij, en sleep onooglijke stenen en mandjes die hun beste tijd hebben gehad naar het tuinhuisje. Ik maak er opzettelijk een rommeltje van, omdat ik weet dat het Q. irriteert. Het lokaas werkt eindelijk als ik de handzaag pak om de onderste haagbeuktakken te verwijderen die het rollatoren bemoeilijken. ‘Dat doe je verkeerd, laat mij maar,’ grist hij de zaag uit mijn hand. ‘En die bakken vullen dat doe ik ook wel, da’s veel te zwaar voor jou,' duwt hij me onbehouwen opzij.

Wat is pappi toch voorspelbaar. Ik lach in mijn eigen. ‘Dan haal ik een kopje thee met een koekje voor erbij,’ bied ik aan. Q. hoort me niet. Hij is rigoureus met de snoeischaar in de weer in de patio. Opzet geslaagd. Als tweede viool is het prima toeven in de nieuwe rotan terrasstoeltjes. Ik nip van mijn bosbessenthee, Q. laat zijn Engelse melange koud worden. 

zaterdag 2 april 2016

MORGEN GAAT HET BETER

Aaihond Pippi fleurt pappi op.

Pappi heeft last van stemmingswisselingen. Net als je denkt dat hij in zijn hum is, laat hij zijn hoofd hangen. Vriendin Mia dacht dat een uitstapje hem goed zou doen. Niet dus. De druk vooraf, het niet kunnen onthouden wat er staat te gebeuren, het uitstapje zelf (wat heel gezellig was) en na afloop de beleving verwerken, maken hem zenuwachtig. Al met al had hij een week nodig om weer in de structuur te komen.

Zomaar is hij weer terug in de tijd. Hij vraagt of ik de dagopvang wil afmelden, waar hij al een jaar niet meer naar toegaat.  ‘Ach gekkie, je woont nu toch in het Zorghuis,’ zeg ik. Pappi’s hoofd toert door heel het land. Als een tijdreiziger verplaatst hij zich naar de vele adressen waar hij heeft gewoond: 'Kavinksbos, oh nee Irenelaan, nou weet ik het: Fons Bergerstraat? Akkerwinde? Het is de Kwartelstraat.' ‘Pappi daar ben je na het trouwen gaan wonen’, licht ik toe. ‘Ben ik getrouwd geweest? En wanneer dan?’ vraagt pappi verbaasd. ‘Ja, meer dan 60 jaar met Gerrie.’ ‘Och ja, is waar ook met mam.’ Pappi bonkt met beide knuisten tegen zijn slapen: ‘Het is toch bar dat ik niets meer kan onthouden.’ Zoals zo vaak haal ik met een freulerige stem ons hoopgevende huisgrapje* aan: ‘Morgen gaat het beter!’


filmposter

*’Morgen gaat het beter’ is de titel van, en een veel gebezigde zin in de Nederlandse speelfilm uit 1939 naar een roman van Annemarie Selinko. We kwamen er op een regenachtige saaie middag tijdens het zappen bij uit.