zondag 3 april 2016

OPGEHOKT


Buiten lonkt de zon. Q. zit met gesloten gordijnen opgehokt. Ik zet de fiets op de staander en tik tegen het raam. De vitrage gaat aan de kant. Ik toon een tray met violette viooltjes. ‘Ouderwets geurig en fleurigs voor je geveltuintje,’ roep ik. Pappi maakt vooralsnog geen aanstalten om naar buiten te komen.

Ik ga aan de slag met de bakken potgrond, vul de gieter, zet de schoffel en bezem staande bij, en sleep onooglijke stenen en mandjes die hun beste tijd hebben gehad naar het tuinhuisje. Ik maak er opzettelijk een rommeltje van, omdat ik weet dat het Q. irriteert. Het lokaas werkt eindelijk als ik de handzaag pak om de onderste haagbeuktakken te verwijderen die het rollatoren bemoeilijken. ‘Dat doe je verkeerd, laat mij maar,’ grist hij de zaag uit mijn hand. ‘En die bakken vullen dat doe ik ook wel, da’s veel te zwaar voor jou,' duwt hij me onbehouwen opzij.

Wat is pappi toch voorspelbaar. Ik lach in mijn eigen. ‘Dan haal ik een kopje thee met een koekje voor erbij,’ bied ik aan. Q. hoort me niet. Hij is rigoureus met de snoeischaar in de weer in de patio. Opzet geslaagd. Als tweede viool is het prima toeven in de nieuwe rotan terrasstoeltjes. Ik nip van mijn bosbessenthee, Q. laat zijn Engelse melange koud worden.