De inrichting
van individuele units was bij de opening van het Zorghuis nog niet 100% gereed.
Er bestond de mogelijk om later in te trekken, maar pappi was bewoner van het
eerste uur. Dat hield in dat de douchevloer nog een dagje moest uitharden. Geen
nood, Q. had die ochtend thuis gedoucht.
Voor de natte
cel stond een gemat bidstoeltje op wacht om Q. eraan te herinneren dat hij de
tegels niet mocht betreden. Je voelt hem al aankomen. De cabine oefende
onweerstaanbare aantrekkingskracht op pappi uit. Resoluut zette hij het houten
stoeltje opzij en stapte zonder pardon op de eerste tegel die opkiepte. Bij het
terugleggen gulpte cement op de vloer.
De
tegelzetter deed zijn werk overnieuw en bakende de douchecel af met een houten
X. Na het uitharden kwam de voeger. Die vergat na ‘klusje geklaard’ de barrière
te timmeren. Pappi zag zijn kans schoon en sproeide de tegels
blinkend nat. Fluitend legt de tegelzetter een nieuw vloertje.
Tijdens overvloedige regenval, een dagen durend
stortbad, blijkt dat cementresten de boel hebben verstopt. Als ik pappi bezoek, zit hij in
zijn relaxfauteuil. Op mijn vraag waarom hij niet in de recreatiezaal is,
verzucht Q.: ‘Ik kan weer niet van huis, nu moet ik op de loodgieter wachten!
NB De kamer is niet afgesloten, bovendien heeft de verzorging een loper. Het is wel verheugend dat Q. zijn ruimte ‘thuis’ noemt.
NB De kamer is niet afgesloten, bovendien heeft de verzorging een loper. Het is wel verheugend dat Q. zijn ruimte ‘thuis’ noemt.