Ons zusterkoor Forever Young Leudal treedt in Roermond op staat in een binnengehaalde e-mail. Ik pak spontaan de bus die me praktisch voor de deur van het winter fever event in het glazen huis aflevert. In hun hart nog jonge meisjes en jongens met een gemiddelde leeftijd van 72 brengen enthousiast classics uit voornamelijk de jaren zestig en zeventig ten gehore. Het klinkt prachtig en aanstekelijk in de van de slopershamer geredde antieke muziekkapel. De meervoudig getalenteerde dirigente verbindt uitbundig koor en publiek. Dat is entertainen!
Het publiek bestaat uit voornamelijk opa's en oma's met kinderen en kleinkinderen op roze rollerskates, want rolschaatsen kun je ook in het glazen huis. Het leuke van ergens solo naartoe gaan is dat je makkelijker andere mensen ontmoet. Ik stel me voor aan enkele koorleden. Ze waarderen het dat een zusje zo'n reis maakt voor hen. Ik hoor ook een spannend primeurtje: in 2024 is er een gezamenlijk concert gepland.
Naast mij een mevrouw met heldere lichtblauwe ogen die ik herken uit de bus hiernaartoe. Mevrouw, ex-kerkkoorlid is na een verplichte pauze door corona niet meer bij stem, vindt ze zelf. Het swingende koor (en misschien een beetje mijn enthousiasme) krijgt haar aan het klappen en zingen. Ze geniet en ik hoop dat dit helpt om het zingen weer op te nemen. Ze kent alle teksten van buiten en vertelt bij elk intro direct de naam van de zanger/groep; popprofessor Leo Blokhuis verbleekt erbij. Zij geeft me tips waar leuke bandjes uit de regio optreden. Top!
Rechts naast me een gemixte groep Duitse muziekliefhebbers. Ze zingen ook alle nummers hartstochtelijk mee. Het is evident revival muziek voor hen. Als ik applaudisseer zegt een van hen: 'Wij zijn dol op deze muziek. Ondanks dat we veertigers zijn. We hadden dolgraag de sixties en seventies mee willen maken. Om nu de generatie die Woodstock daadwerkelijk heeft meegemaakt te ontmoeten en die songs te horen zingen, bezorgt ons Gänsehaut. Wirklich ganz toll!' Natuurlijk waren wij babyboomers niet allemaal augustus 1969 in Bethel NY, maar ik laat ze in de waan en glimlach geamuseerd; wij voelen ons jong, maar we zijn relikwieën uit de oudheid.
Geregeld komt een schattig ouder krieltje vanaf de viptribune omlaag om met mij te dansen. Ik dans met haar en ze vraagt geregeld naar mijn naam en mijn adres. Na een overpeinzing zegt ze haar naam en haar adres. Die zijn identiek aan de mijne. Mijn Alzheimer-alarmbellen rinkelen. Zeker als ze me zegt te kennen. Ze zoekt duidelijk houvast en ze blijft in de buurt tot het einde van het concert. Na afloop zie ik dezelfde mevrouw die haar bij aanvang van het optreden heeft afgeleverd. Ze heeft haar mogelijk gedropt en is zelf even gaan winkelen of zo? Ze zwaait vrolijk en het lieve dametje zegt: 'Die ken ik!'
Ter afscheid lovende woorden tegen enkele koorleden die ik van te voren kort gesproken heb. Met een beslagen en bedruppelde bril stap ik door de stromende regen over glanzende kinderkopjes. De trein reed stipt op tijd - dat zal je altijd zien - en ik zie 'm voor mijn neus wegrijden. Op een winderig, nat en verlaten perron wacht ik op de volgende. Het was het waard.