Verstrooidheid, lucide momenten, humor en tristesse wisselen elkaar af in series en projecten over een onberekenbaar en sluipend proces. Dementie: om (soms) grijze haren van te krijgen. Sinds 2024 verhalen de nieuwe blogs ook over nostalgie, herinneringen en de ouderdom. Contact met auteur Cela den Biesen via: www.kluifje.com
zondag 31 juli 2022
KOFFIE & KAMILLE
donderdag 28 juli 2022
FAALVERHALEN
Faalverhalen zijn meer in trek dan successtories. Moon, een afkorting van Monica, houdt van mijn smeuïge verhalen vol leedvermaak die ik ter afleiding met veel poeha vertel. Ze hangt aan mijn lippen als ik verhaal over de kotsende busrit door de Franse Pyreneeën naar Puerto de Llanssa. Ze smult van de weggelopen Kees die teruggevonden werd bij de slager. Ze vult het verhaal van het hoofdstedelijke poedeltje dat zelfstandig een ommetje naar de bakker maakte aan met: 'Mooi zo'n zelfstandige hond. Ik heb zelf ook een hondje. Ik gun haar de vrijheid, ze mag zijn wie ze is. Iedereen zou mogen zijn, zoals-ie wil.' Ze verkneukelt zich bij mijn broer die als lid van de raad van 11 'de gek zelf' zijn eerste sneeuwwitje mocht drinken en die daarvan zo 'dronken' werd dat hij pas op zijn zestiende weer een pilsje probeerde. Dat ik in plaats van buitenspelen met de buurtkinderen 's morgens eerst op de eetkamertafel moest liggen zodat mijn moeder mijn wilde krullenbos in pijpenkrullen kon temmen, vindt ze geniaal en hilarisch tegelijk. De blunders top ik af met op haar jeugd toegespitste verzonnen verhalen waarin zij een hoofd- of bijrol speelt. De details doen 't 'm, zoals de gebreide zwempakken en -broeken die zodra ze met (zwem)water in aanraken kwamen afzakten. Moon gespeeld: 'O, O, dat komt nooit meer goed.' 's Zomers badmintonnen op straat, bromtollen voor de haard, kaatseballen tegen de schoolmuur en rolschaatsen op glad geasfalteerde wegen. Moon pochend: 'Ik had gouden rolschaatsen en ik was er heel goed in.' Weer kijken door kinderogen, voor even onbezorgd gelukkig.
Een Saar snapt wat nodig is!
maandag 25 juli 2022
MODELTEKENEN
Als Suus in de middag een powernap doet, noemen we dat haar schoonheidsslaapje. Ze is van dezelfde lichting als Juliette Greco, Gina Lollobrigida, Ann Petersen, Mies Bauhuys, Janet Leigh, en tal van andere beroemdheden, maar haar zou je minstens twintig jaar jonger schatten. In de vijf à tien minuten dat ze dut, mag ik graag een krabbeltekening met balpen van haar maken. Ik heb haar toestemming, ze vindt het zelfs leuk om slapend model te zitten, want ze is erg ongeduldig. Wanneer ze na acht minuten ontwaakt, is de doodle het eerste wat ze vraagt.
Als eerste wijst ze naar de droedelbloem: 'Hé, Napoleon.' Huh? Ah, Napoleon droeg insignes op zijn linkerborst die, als je het zo bekijkt, inderdaad op een rozet lijken. Over haarzelf in de fauteuil: 'Ik zit er keurig bij, maar had je me geen lang haar kunnen geven?' Wat grappig dat ze dat vraagt. Moi: 'Ik kan er alles bij tekenen. Echter lange lokken zouden op het donkerblauwe vest in het niet verdwijnen. Zal ik u een knot geven?' Dat vindt ze een prima alternatief: 'Wel niet zo'n oubollige oma knoet, en ook niet met een strik erom dan ben je net een gebakje ...' Moi: 'Of een cadeautje.' Suus: 'Ik bedoel zo een boven op je kruin [top knot] met een brede elastische band erom zoals Brigitte Bardot.' Zo gezegd, zo gedaan.
Een Saar snapt wat nodig is!
zondag 24 juli 2022
TREKKRACHT
Van iemand opbeuren, word je blij. Klaas heeft de mismoed erin. Het valt ook niet mee als je van hulp afhankelijk bent en je echtgenote/mantelzorger overlijdt plotseling. Nu zit hij op zijn oude dag met vers verlies en vreemde mensen in zijn huis. Hij eet niet, hij wil niets. Zijn fysieke conditie gaat rap achteruit. 'Voor mij hoeft het niet meer,' verzucht hij doorlopend.
Toevallig weet ik dat hij van Limburgse liedjes houdt. Ondanks dat Klaas geen muziek wil horen, leg ik de iPad achter hem op het dressoir neer. Mijn senioren Spotify lijstjes krijgen iedereen mee, Klaas mag niet de eerste uitzondering worden. Bij het tweede liedje neuriet hij (hoofd omlaag) bijna onhoorbaar mee. Bij het derde hoor ik af en toe zacht gezongen woordjes. Bij liedje vier is hij helemaal overstag. Ik hem zover gekregen, door naar fase 2. Wat dubbelfris, of is het tintelfris, in twee Franse glaasjes en we proosten alsof het een wit wijntje is.
De droger piept. De volle wasmand handdoeken zet ik voor zijn neus op tafel: 'Daar kunt u personeel voor inhuren, maar u kunt dat best zelf, dacht ik zo.' Klaas: 'Daar begin ik niet aan.' Ik neem plaats op de bureaustoel op wieltjes, pak de punten bij elkaar, duw die in zijn handen en pak zelf de beide andere uiteinden. Als hij de handdoek glad trekt, rol ik gecontroleerd zo hard naar voren dat ik net niet bij hem op schoot beland. Hij vindt het geweldig: 'Zo wordt was opvouwen leuk.'
Moi: 'Ik ben verbaasd over de trekkracht die heeft u. Mag ik uw spierballen eens voelen?' Klaas is de mouwen al aan het opstropen. Na meten met de erbij gehaalde centimeter (wat heeft hij een schik!) volgt wat spierballentaal. Mannen! Het beoogde resultaat is behaald, Klaas ziet het (althans deze dag) weer zitten: 'Heb je tijd om een kaartje te leggen?' Moi: 'Gezellig! Dan schenk ik nog een wijntje voor ons in.' Klaas heft zijn lege glaasje: 'Proost!'
Een Saar snapt wat nodig is!
zaterdag 23 juli 2022
HIJ SPEELDE ACCORDEON
vrijdag 22 juli 2022
ER ZIJN
Als Saar haal je alles uit de kast om iemand blij te maken
Soms volstaat: er zijn
Een Saar snapt wat nodig is!
BUUF
Mitsi is een buitengewoon aardige einzelgängster. Zelfs toen ze getrouwd was en in de schoolgaande kinderen zat, leefde ze haar eigen leven en wist ze het contact met de buitenwereld zoveel mogelijk te mijden. Met de buren, een echtpaar van ongeveer hetzelfde bouwjaar, bleef het decennialang bij een zwaaitje en een vriendelijk goedendag. Als de buurman overlijdt, krijgt ze een rouwkaart in de brievenbus - die kaart zie ik overigens pas naderhand in de oud papierbak liggen.
Als Saar wip ik geregeld binnen om te kijken hoe ze zich handhaaft sinds haar man overleden is. Gaat ze de deur uit voor boodschappen, eet ze voldoende, is er aandacht voor uiterlijke verzorging en hygiëne, hoe is haar mentale staat. Het huishouden gaat met de Franse slag, maar dat hoeft geen probleem te zijn en ook de tijd krijgt ze prima om. Mevrouw leeft op brood en magnetronmaaltijden die ze telefonisch besteld. Ze ziet er patent uit.
Op zomaar een zaterdag vraagt ze me om te gaan buurten. Ik sta paf, maar neem haar in de arm naar een deur verder. Mitsi stoot me aan en ik druk op de bel van de naaste buren. De buuf opent de deur: afhangende schouders, gezwollen huilogen, verfrommelde zakdoek in een vuist. We zijn meer dan een welkom afleiding. Schutterig stapt Mitsi over de dorpel. De buurvrouw loopt zwijgend voor naar de zondagse kamer (ja, die bestaan nog) met gesloten gordijnen. De beide buurvrouwen nemen dicht naast elkaar plaats op de bank. Mitsi's beide handen omsluiten buufs rechterhand. Zo zitten ze - voor mij lijkt het een eeuwigheid - in doodse stilte tot Mitsi opstaat. Ik neem haar bij de arm en we schuifelen zonder een woord te zeggen naar buiten. Een knikje voor de vorm bij de kamerdeur. 'Moedig van haar. We voelen hetzelfde', klinkt het oprecht. Terug in haar eigen woning verklaart Mitsi: 'Ik ken haar niet, maar ik ken haar verdriet.' In aangename stilte drinken we een kopje thee. Het voelt goed.
Een Saar snapt wat nodig is!
donderdag 21 juli 2022
ROMANTISCH
Naast al die treurende weduwen die zich niet of moeilijk over de dood van hun echtgenoot heen kunnen zetten waar ze vaak 60 jaar of meer mee samen waren (begrijpelijk), bestaan er slagvaardige types zoals Hilde, een gewichtig, bijna blind en opgewekte mensje die er rond de klok pracht uitziet. Hilde: 'Heb ik nog een man? Ik ken mevrouw pas kort en leg de vraag met één blik bij de verzorgster neer. Zij: 'Uh, nee al een tijdje niet meer.' Hilde voortvarend: 'Dan wordt het tijd dat ik een nieuwe zoek.' We schieten in de lach.
We zien Hilde denken: heb ik dan nog een (t)huis? In die richting willen we het gesprek niet hebben. Ik pak de iPad erbij en vraag Hilde: 'Tegenwoordig kan je via het scherm daten. Kijk! Hoe moet uw toekomstige man eruitzien?' Dat weet ze niet. Mevrouw is heel muzikaal. Ik toon haar plaatjes van zangers in haar leeftijdscategorie: Engelbert Humperdinck (mooie man), Tom Jones (te wild), Rocco Granata (te kort van stuk), de Spaanse Julio Iglesias ... Ze onderbreekt de opsomming: 'Hoelio, is die nog vrij? Hij kan mooi zingen en Italianen zijn heel romantisch.' Moi grappend: 'Zozo. U gaat voor een jongeman. Volgens mij is hij getrouwd. Met een Nederlandse zelfs.' Hilde in rotsvaste overtuiging: 'Als hij mij ziet ...' We liggen dubbel. Drie keer raden wie er het hardst lacht.
Een Saar snapt wat nodig is!
dinsdag 19 juli 2022
LOUISE ZIT NIET OP JE NAGELS TE BIJTEN
De mens is niet gebouwd voor de eeuwigheid. Behalve Reina. Met de onvermijdelijke eindstreep in zicht ratelt ze onder het nagels lakken of ze daarmee haar levensduur kan rekken. Ze blijft er, nadat het kwastje een nagel zomers oranje heeft gekleurd, bij dat de lak meteen droog is. Een bof dat ze zo druk praat, waardoor ze niet op haar vingers let die ik stevig in het gelid houd. Eigenlijk vindt ze gelakte nagels ijdeltuiterij. Hardop in gedachten: 'Inbeeld noemen mijn collega's dat.' Onopzettelijk spoelt ze terug in de tijd.
Reina tegen mij: 'Ik ben er ooit op mijn zestiende mee begonnen om van het nagelbijten af te komen - vanaf die leeftijd was het geoorloofd om je lippen te stiften en je nagels te lakken. Als kind beet ik al op mijn nagels. Mijn papaatje gaf me dan een pets op mijn vingers. Als mijn mamaatje het zag, verfoeide ze me om vervolgens het liedje van Louise in te zetten, wat ik verplicht mee moest zingen omdat dat zou helpen. Godskolere wat had ik daar de pest aan. O ja, nu ik eraan denk, nachten heb ik wakker gelegen omdat ze me ook bang maakten met de leugen (nu weet ik dat het gelogen is) dat je van nagelbijten de tering [tbc] kon krijgen.
We waren zo bleu vroeger, alles konden ze ons wijs maken, daarom zijn de meeste collega's ook nog steeds bang voor het vagevuur en de duivel. Ik niet! Ik ben van het geloof gevallen. Ik geloof wel dat er iets is, maar niet in de overstap naar de hemel (of hel) die ons werd voorgeschoteld. Ach, het zal mijn tijd wel duren.' Goedkeurend beziet ze de gladde gelakte nagels. Exact een seconde houdt ze haar adem in. Uit nostalgie wil Reina toch over vieze Louise zingen. Met een stem die haar hoge leeftijd verraadt, zingt ze feilloos de tekst die ze menigmaal ten gehore heeft moeten brengen in haar jonge jaren.
Een Saar snapt wat nodig is!
maandag 18 juli 2022
EEN HELE EN EEN HALVE
Jans verdwijnt langzaam voor zichzelf en voor anderen. Lang voor middernacht stelt ze hele persoonlijke vragen waar ik niet overal een pasklaar antwoord op heb. Meestal weet ik er wel een creatieve mouw aan te breien, maar vooral de angst om haar identiteit te verliezen, speelt haar parten en een simpel 'dat gaat niet gebeuren' volstaat hier niet. Jans' reactie: 'Als jij het als hele niet weet hoe moet ik dan - een halve - functioneren?’ Leuk hoe ze beeldend aangeeft hoe ze zich voelt en wat ze nodig heeft. Het bevestigt maar weer eens dat ze verwacht dat ik afdoende oplossingen voor haar hersenspinsels vind.
vrijdag 15 juli 2022
JUBELEN
NIET VEEL SOEPS
De pot schaft broccolisoep. Tussen Geke's geheugensnippers bevindt zich geen nieuwerwetse groente. Bij het zien van de van origine Turkse groepssoep roept ze meteen achteruitdeinzend: 'Dat hoef ik niet, dat lust ik niet.' Dat zullen we nog weleens zien, denk ik à la Freek de Jonge. Terwijl de andere bewoners de soep naar binnen lepelen, giet ik de haar soepkom uit in vier borrelglaasjes. Mevrouw krijgt een proeverijtje. Hoewel dat in haar kinderjaren ook niet bestond - je moest eten wat de pot schafte anders bleef je maagje hongerig - vindt ze die extra moeite en aandacht heel 'proost'.
De broccolisoep wordt erwtensoep, courgettesoep, boerenkool en preisoep. Door over de diverse groenten te praten, komt haar smaakbeleving terug. Erwtjes is ze dol op, het glaasje slurpt ze helemaal leeg. Het glaasje met courgettesoep 'ken ik niet' hoeft ze niet. Ze smult daarentegen van de boerenkoolsoep 'daar hoort rookworst bij?' en de preisoep. Zo krijgt Geke haar groenteshotjes toch binnen. Ze mag kiezen welke soep ze het lekkerst vond: het wordt de preisoep. Moi: 'Goeie keuze, laat ik daar toevallig nog een bodempje van hebben. Het bodempje broccolisoep dat voor haar preisoep is, gaat er ook nog in. 'Proost!'
Een Saar snapt wat nodig is!
dinsdag 12 juli 2022
KUSJE EROP
Door humor kun je beter met moeilijke situaties omgaan; je bent ontvankelijker voor de boodschap. Ik verkeer in grijs gebied. Wanneer ze op haar dormeuse wil neerploffen, stoot Virginie haar rechterknie tegen de door haarzelf geparkeerde rollator. Meer boos op zichzelf dan dat het pijn doet, wrijft ze geïrriteerd over de zere plek. Moi: 'Zal ik er een kusje opgeven? Zoals lieve moeders dat bij hun kinderen doen. Het helpt echt.' Virginie vinnig: 'Als ik jou was zou ik niet zo royaal zijn met kusjes.' Moi allervriendelijkst en een beetje schalks: 'Dat ben ik ook niet, maar voor u heb ik er altijd eentje over.' Virginie kan niet boos blijven: 'Je maakt me ook altijd vrolijk.' Ze legt de hand op de zere plek: 'Hier graag.'
Een Saar snapt wat nodig is!
REPETITIE
Meneer Freek is na een zware operatie in een verpleeghuis opgenomen voor revalidatie. Daar bleek dat het onmogelijk was om terug te keren naar het huis waar het huwelijkse leven zich decennialang afspeelde en waar hij tot voor kort met zijn oude jachthond woonde. In zijn summier ingerichte studio in het zorgcentrum waar hij nu woont, herhaalt hij elke morgen en avond: 'Ik wil naar huis.' Ik begrijp hem. Ieder mens is het liefste daar waar hij/zij zich echt thuis voelt, pas dan ben je op je gemak en kun je helemaal jezelf zijn. Maakt hij de wederkerende opmerking omdat hij geen afscheid van zijn thuis heeft kunnen nemen of mist hij zijn hond waar hij uit angst voor de verdrietige realiteit nooit meer naar vraagt?
Aan mij als Saar de taak om het verdriet te verzachten of hem tijdelijk op andere gedachten te brengen. Ik mag dat graag met een vleugje humor doen, de realiteit is al moeilijk genoeg. Meneer heeft veel vragen. Ik geef daar antwoord op naar gelang de situatie en zijn stemming met een sprankje hoop of gewoon zoals het is. Wanneer ik het 'juiste' antwoord geef, berust hij in zijn situatie. Ditmaal heb ik als oplossing bedacht dat niet ik de slecht-nieuws-brenger ben, maar dat hij er zelf verantwoordelijk voor is. We oefenen een naar-huis-gesprek voor de maandelijkse afspraak met zijn bewindvoerder. De repetitie verzandt overigens in een geanimeerd gesprek.
De zondag erna ben ik bij hem op bezoek. Meneer Freek heeft een dringende mededeling: 'Ik wil naar huis.' Moi: 'En wat zei de bewindvoerder?' Hij niet begrijpend: 'Hoe bedoel je?' Ik leg uit dat we een 'vrijlatingsgesprek' gerepeteerd hebben voor de afspraak met de bewindvoerder. Hij enigszins ontsteld: 'Gossie. Nee. Is hij geweest dan?' Moi: 'Ja en u zou vragen of het kon.' Naar huis noem ik niet meer. Hij: 'Verhip, nou je het zegt hangt me daar iets van bij.' Hij wrijft gelaten over de paar slappe kleurloze sprieten die zijn kale schedel rijk is: 'En nou is-tie weg. Dan zit er niets anders op dan hier blijven.' De mannelijke meneer Freek zal nooit toegeven dat hij iets verzuimd heeft. Case closed. Hij vraagt voor het dambord en we schuiven de witte en zwarte schijven zonder een woord vuil te maken aan 'naar huis'.
Een Saar snapt wat nodig is!
OVER SMAAK VALT NIET TE TWISTEN
Voor nogal wat mensen is lekker eten een van de geneugten van het leven. Door bijvoorbeeld ziekte en/of slikklachten kun je aangewezen zijn op gepureerd en gezeefd eten. Dat ziet er geregeld onsmakelijk uit, soms zelfs non-kleurig: denk gemengde verfresten. Over smaak valt niet te twisten. Waar de ondervraagden die daarop aangewezen zijn het unaniem over eens zijn: de nutridrink (medische voeding) is niet te drinken. Bah.
Mevrouw kan niet meer aangeven wat ze met plezier at, simpelweg omdat ze de woorden niet meer koppelt aan het product. Met de van thuis meegenomen stapel supermarktfolders waar mevrouw direct die van de Aldi uitpikt (Aha daar deed ze vast haar boodschappen) komen we een hoop te weten over haar eet- en koopgedrag. Aan de hand van de plaatjes geeft ze met mimiek aan waar ze dol op is, wat ze lust, waar ze van gruwt, en welke groenten en fruitsoorten haar onbekend zijn maar die ze best wil proberen als ik er meer over verte. Na de bedachte enquête die tegelijk een smakelijke hap-pening bleek, had mevrouw berehonger. Zomerkoninkjes waren onmiskenbaar favoriet en die houden zowaar na een mishandeling met de staafmixer en zeef een acceptabel roze kleurtje.
Ik ben er om bij de maaltijd te assisteren. Mevrouw krijgt een kommetje pap voorgezet met ernaast een schaaltje gladde aardbeiengelei. Ik schep een lepel brij op met een toefje aardbeiengelei. Mevrouw trekt eerst een (zogenaamd) vies gezicht, er is een komisch talent aan haar verloren gegaan. Moi grijnzend: 'Jaha, u had aangegeven dat u dol bent op aardbeien, dus nu krijgt u o v e r a l aardbeien bij. Het vieze gezicht verandert in een gulle lach met ontblote tanden. Grapje! Mevrouw doet haphap: inladen die lekkere hap.
Een Saar snapt wat nodig is!
zaterdag 9 juli 2022
BRUIDSVLUCHT
Willy zit na de moorkop ('Wat een verrassing, wat een feest!') met chocoladeglazuur slagroomvingers in haar luie stoel. Ik maak een badje waar ze de plakhanden in kan poedelen. Het teiltje op haar schoot houdt haar ook mooi op de plaats, want Willy is een ongeduldig iemand. Ik kniel voor haar neer met het nagelborsteltje, dat is soms efficiënter dan een nagelschraper. Ze geeft me zo charmant haar linkerhand aan dat ze zelf erkent: 'Goh, het lijkt zo net of je om mijn hand gaat vragen.' Ik toon mijn kale vingers: 'Dan hebben we ringen nodig.' Willy weet: 'Je kan ook met de handschoen trouwen. Alleen weet ik niet meer wat dat was.'
De DVD van bruidsvlucht heb ik ooit met het insturen van een puzzel gewonnen maar of we die samen gaan kijken? Als ik het goed heb onthouden was het verhaal eerder naar dan romantisch. Enfin. Met de handschoen trouwen deden vroeger adellijken die ver uit elkaar woonden en recenter bijvoorbeeld verloofden van voormalige Nederlandse militairen in Nederlands-Indië die emigreerden naar Nieuw-Zeeland of Australië waar volop werkgelegenheid was. Men trouwde dan bij volmacht op dezelfde dag apart van elkaar in de plaats waar men zich bevond voor de wet met een stand-in, meestal de broer van de bruidegom. Willy vult bijdehand aan: 'Die had de handschoen natuurlijk.'
KLM, een oceaanstomer en een spontane dagtrip met haar echtgenoot naar voor haar belangrijke plekken uit haar jonge jaren komen bovendrijven. Over het tripje vertelt ze uitvoerig en vol vuur. Over haar trouwkleding is ze hartstochtelijk: 'Ik kan je de jurk niet meer laten zien. Ik heb er toen ik in verwachting was onze eerste de doopjurk van genaaid. Ik vond 'm gisteren (!) op zolder. Het stof was helemaal vergaan.' Echt jammer beaam ik. Omdat we geen handschoenen hebben, lak ik de nagels van de bruid mooi zachtroze.
Willy is geen stilzitter. Ongeduldig wipt ze in de luie stoel, echter het bruidjesgevoel wint. Ik toon haar de vingerspreider en plaats haar vingers ertussen. Zoiets heeft Willy nog nooit gezien. Ze noemt het de uitvinding van de eeuw en met die zwemvliezen ben je net zo wendbaar als een otter in het water: 'We zijn toen de kinderen groot genoeg waren naar Pieterburen geweest, vandaar dat ik dat weet.' Met een stukje karton wapper ik de lak droog, Willy babbelt alsof ze bij de kapper zit. De vingerspreider werkt perfect. Voor het eerst hoeft er niet één nagel worden overgedaan. Willy als ik mijn bezoekje rapporteer: 'Ik ben heel content over de behandeling. Voeg maar vijf gulden aan de rekening toe als fooi.'
vrijdag 8 juli 2022
PADVINDSTER
In een woongroep waar iedereen het gewoonlijk naar de zin heeft, hangt kaboutervrouwtje Margret als een treurig verlept plantje dat hoognodig wat water nodig heeft in haar rolstoel. Ze voelt zich eenzaam omdat ze geen gelijke heeft om mee te praten: 'Help me. Ik houd het hier niet meer uit!' Met zoete fluisterwoordjes probeert ze mij en voorheen vast de lieve zorgmedewerksters te paaien. Moi opgewekt vissend naar de waaromreden: 'Van mij mag u, maar ik bepaal dat niet. Normaal vindt u het hier fijn?' Margret wil terug naar haar geboortestad. Moi: 'U bènt in uw geboortestad!'
Margret: 'Nee, in mijn stad ken ik iedereen. Hier ken ik niemand.' Mevrouw hunkert, net als ieder mens, naar aandacht, aanspraak en (h)erkenning. Moi naast haar knielend zodat we mekaar in het gezicht kunnen aankijken: 'Ik ben er nou voor u. Vertel!' Ze lacht flauwtjes. Moi monter: 'We gaan het wel over iets leuks hebben.' Momenteel vindt ze niets leuk, maar vroeger vond ze het geweldig om op (zomer)kamp te gaan. Ik vraag of dat met school was, vanuit de kerk of vanuit de padvinderij: 'Was u welp of kabouter. Ik zie u ook wel als akela of padvindster?' Het woord akela kent ze niet en in kabouters gelooft ze gek genoeg niet. Margret schuddebuikt: 'Of ze een padvindster was? Ik weet niet eens meer de weg naar mijn eigen huis.'
We zetten een deuntje in dat we waarschijnlijk allebei kennen van tripjes in die Heimat. Schoolreisjes waren in mijn jeugd schaars en in die van haar schortte het vast daaraan; maar je wist niet beter dus je miste het ook niet. Ze onderbreekt met: 'Ken je deze? Daar word ik zo blij van.' Moi enthousiast: 'Allez, laat horen.' Margret zingt alsof ze aan de wandel in de Eifel is: Hai li hailo haha (een octaaf hoger) Haili hailo jaja (staccato) haili hailo haila hahahahaha (overdreven lachend). Ze slaat van pret het ritme met haar handen op de leuning van haar stoel mee: 'Ik zal het jou leren.' Graag! Ze gaat er rechtop voor zitten. Om haar gewaardeerd te laten voelen en in een blije stemming te houden doe ik het onopvallend expres een paar keer fout voordat ik het liedje tot haar genoegen foutloos kan mee li-lo-lallen hahaha.
Dagen later: haili hailo blijkt een oorwurm. Leuk: mevrouw zingt telkens bij binnenkomst ons 'lijflied'.
Een Saar snapt wat nodig is!
woensdag 6 juli 2022
ROLLATORRUZIE
In huize Avondrood (nog lang niet dood) moet een binnenbrandje geblust worden. Twee dames van hoge leeftijd staan op hoge poten als kemphanen tegenover elkaar. Het komt tot een handgemeen als mevrouw A kunstbloemen van het stuur van mevrouw B rukt: 'En deze zijn ook van mij!' Mevrouw A, de eigenaresse van de champagnekleurige rollator, is heel stellig: de rode rollator is van haar. Wij zitten allemaal in het complot als we anders beweren.
De gemoederen worden gesust door de dames uit elkaars zicht te zetten. Het laatste woord over deze kwestie is echter nog niet gevallen. Mevrouw B snikt bedrukt in een hoekje. Mevrouw A (gewoonlijk een keurige dame van stand) briesend om de hoek: 'Die rode is van mij. Smerig wijf. Ik laat me toch niet bestelen.' Later als ze tot bedaren is gekomen, probeer ik het met humor over een andere boeg te gooien: 'Uw rollator is luxer uitgerust, van een duurder merk en recenter. Al zou de rode van u zijn, dan heeft u met de champagnekleurige rollator een betere deal.' (Wel mevrouw B inseinen dat mocht mevrouw A haar rollator als inferieur bestempelen, ze dat niet serieus moet nemen.) Mevrouw A: 'In onze garage staan vijf van die dingen. Mijn man verzamelt ze. De champagnekleurige en de rode zijn ook ons eigendom.' Dan maar op het sentiment gooien: 'Als u er zoveel bezit, kunt u er best eentje missen. Anders kan die arme mevrouw zich niet meer verplaatsen.' Snoevend gooit ze haar hoofd naar achteren. Van compassie is geen sprake.
De kemphanen worden ook de dag erop uit elkaar gehouden. Mevrouw B bibbert in een oorfauteuil: op haar verzoek heeft de verzorgster de rollator op haar kamer achter slot en grendel gezet. Mevrouw A's gezicht vertoont nog net geen oorlogsstrepen. Zo trots als een pauw paradeert ze met haar champagnekleurige rollator door de gezamenlijke woonkamer. Een binnenwippend familielid weet te vertellen dat mevrouws echtgenoot een oldtimer collectioneur was. Hij tegen mevrouw A: 'Wat een prachtige bolide rijd je toch. De champagnekleurige uitvoering is echt de meest gewilde. Echt een super chic verzamelaarsobject!' Niemand bemoeit zich met de situatie. Mevrouw A staat in dubio. Haar achterdochtige hoofd wikt en weegt. Ze geeft toe. De lucht is geklaard.
Een Saar snapt wat nodig is!
dinsdag 5 juli 2022
NAMEN RADEN
Marijke, pardoes midden in de conversatie: 'Ken jij Lia Penoa?' Ik herhaal grinnikend de naam zoals IK 'm versta: Lia Penosa? Zij: 'Ja?' 'Moi: Uh, nee. Zou dat moeten dan? Ik ben niet bekend met het criminele circuit.' Dat begrijpt Marijke niet: 'Pia Lenoa dan? Moi: 'De namen komen me niet bekend voor. Zij in mij teleurgesteld: 'Jij weet ook niks!' Moi: 'Is het een bekende van u?' Zelf om haar antwoord lachend: 'Ik weet het ook niet. Ik dacht dat jij me dat kon vertellen.' Moi: 'Maar hoe komt u dan aan die naam?' Marijke: 'Ik wilde iets tegen jou zeggen over - ach, ik weet het niet meer - en toen rolde die naam zomaar uit mijn mond.
Ik stort een waterval aan bekende namen van weleer (Pia Zadora tot Zsa Zsa Gabor) over haar heen en goochel met de acht letters op papier. Marijke is vastbesloten om de persoon bij de naam te achterhalen, maar we komen er niet uit. Zegt ze: 'Ken jij?' Ze brabbelt iets onverstaanbaars. Mijn handen theatraal tegen mijn hoofd houdend: 'Oh nee, niet weer!' Marijke: 'Wat?' Moi: 'Iemand die u kent en die ik moet kennen, omdat u het niet weet.' Zij, haar schouders optrekkend: 'Maar ik ken helemaal niemand meer.' Ik pak haar met een goedbedoelde grijns goedmoedig vast: 'Vooral houden zo!'
Het zal een half uur later zijn als ik haar instappers verruil voor comfortabele sandalen. Marijke pakt ze van de grond. Ze komt moeilijk uit haar woorden. Ze knikt haar hoofd, slikt en begint opnieuw: 'Zzz. Za. Nee.' Ze schudt haar hoofd: 'Kijk die naam! Hehheh!' Moi: 'Gabor. Die ken ik ook. Zo heten uw schoenen. Zsa Zsa heeft vast dezelfde.' We liggen in een deuk over zoveel onbenul.
Een Saar snapt wat nodig is!
maandag 4 juli 2022
VELDBOEKET
zaterdag 2 juli 2022
DIT IS HET EINDE
Als de situatie zich
ervoor leent en de persoon is ervoor in dan maken we een eventje van mijn
bezoek. We gaan terug in de tijd waar mevrouw met haar zus geregeld naar
Italië tufte. 'Dit is het einde', zegt ze als we het zonnige terras
doorkruisen. Dit is het begin ... van een mooie middag wil ik zeggen, maar
mevrouw wil met ‘dit is het einde’ uitdrukken dat ze het hier enig vindt. Ik
schuif twee stoelen zo dat we een ongestoord plekje voor onszelf
creëren, een cipres blokkeert de blakerende zon. Ze is aangeschoven. Ze krijgt de in de rollatortas meegenomen mousseline stola om haar schouders
gedrapeerd, alsof ik haar hofdame ben. 'Bella signorina aan het Gardameer', zeg ik overvrolijk. 'We gaan
elk jaar', zegt ze helemaal in haar rol. Genoeg gespreksstof al dwalen we snel
af naar enorme fietsafstanden die ze in haar werkzame leven als secretaresse/expeditiemedewerker heeft afgelegd, pensioen, typen, panty's en dikke kousen en muggen. Zij olijk en vergenoegd: 'Bij zo'n meer heb je veel muggen.
Daarom ging ik altijd met mijn zus, een beetje een opschepster. Ze heeft zoet
bloed. Als je naast haar zit, wordt zij lek geprikt en jij ontzien. Niks geen
jeukende bulten. Haha. Eigenlijk best wel gemeen van me.' We wuiven het
lachend weg.
Tijdens het theebanket klinken we cin cin met porseleinen kopjes, eten we de petit fours van het glunderschaaltje met de
pink omhoog, en luisteren we naar een merelconcert. Een opdringerige oudere
eenzame weduwnaar meldt zich aan ons zitje. Mevrouws gezicht spreekt boekdelen:
hoe krijgen we die man zo snel mogelijk weg. Ik knipoog. We begrijpen elkaar,
want ze knipoogt net zo ondeugend terug. Wanneer hij vraagt hoe oud ze is,
dient ze hem vlot en elegant van repliek: 'Dat vraag je niet aan een dame. Eh
signorina.' Wat een gevatheid! Hij schat haar 65. Zij met de ogen rollend: 'Ik heb zo'n hekel aan die vreselijke charmeurs met hun versierderspraatjes.' Ze blijkt in haar element en de weduwnaar taait
na enig beleefd aandringen van mijn kant af. Arrivederci! Mevrouw op zangerig toon de handen
over elkaar wrijvend: 'Zo! Die zien we nooit meer te-rug.' We blijven langer
dan gewoonlijk zitten.
Thuis heeft het vrolijke
uitje nog steeds een opgewonden uitwerking op haar. 'Wilt u even met uw zus
bellen om te vertellen van de plezierige middag?' vraag ik. Ik zoek het nummer op
en overhandig haar de hoorn. Mevrouw opgetogen ratelend: 'We zijn vanmiddag naar het
Gardameer gelopen. Het was er zalig en we hebben heel fijn geschommeld.'
Grappig, dat haar brein de uitgelaten middag associeert met iets fijns
uit vervlogen tijden. De zus wil ook haar zegje doen. Mevrouw proestend
en me aanstotend: 'Hang op. Dat willen we niet horen.' 'Boefje', grinnik ik tegen haar
en loop de gang op om het gesprekje netjes af te ronden. Vanuit de (hotel)kamer hoor ik haar meermaals aandringen: ‘Ophangen!’
Een Saar snapt wat nodig is!