De pot schaft broccolisoep. Tussen Geke's geheugensnippers bevindt zich geen nieuwerwetse groente. Bij het zien van de van origine Turkse groepssoep roept ze meteen achteruitdeinzend: 'Dat hoef ik niet, dat lust ik niet.' Dat zullen we nog weleens zien, denk ik à la Freek de Jonge. Terwijl de andere bewoners de soep naar binnen lepelen, giet ik de haar soepkom uit in vier borrelglaasjes. Mevrouw krijgt een proeverijtje. Hoewel dat in haar kinderjaren ook niet bestond - je moest eten wat de pot schafte anders bleef je maagje hongerig - vindt ze die extra moeite en aandacht heel 'proost'.
De broccolisoep wordt erwtensoep, courgettesoep, boerenkool en preisoep. Door over de diverse groenten te praten, komt haar smaakbeleving terug. Erwtjes is ze dol op, het glaasje slurpt ze helemaal leeg. Het glaasje met courgettesoep 'ken ik niet' hoeft ze niet. Ze smult daarentegen van de boerenkoolsoep 'daar hoort rookworst bij?' en de preisoep. Zo krijgt Geke haar groenteshotjes toch binnen. Ze mag kiezen welke soep ze het lekkerst vond: het wordt de preisoep. Moi: 'Goeie keuze, laat ik daar toevallig nog een bodempje van hebben. Het bodempje broccolisoep dat voor haar preisoep is, gaat er ook nog in. 'Proost!'
Een Saar snapt wat nodig is!