zaterdag 2 juli 2022

DIT IS HET EINDE

 dit is het einde

Als de situatie zich ervoor leent en de persoon is ervoor in dan maken we een eventje van mijn bezoek. We gaan terug in de tijd waar mevrouw met haar zus geregeld naar Italië tufte. 'Dit is het einde', zegt ze als we het zonnige terras doorkruisen. Dit is het begin ... van een mooie middag wil ik zeggen, maar mevrouw wil met ‘dit is het einde’ uitdrukken dat ze het hier enig vindt. Ik schuif twee stoelen zo dat we een ongestoord plekje voor onszelf creëren, een cipres blokkeert de blakerende zon. Ze is aangeschoven. Ze krijgt de in de rollatortas meegenomen mousseline stola om haar schouders gedrapeerd, alsof ik haar hofdame ben. 'Bella signorina aan het Gardameer', zeg ik overvrolijk. 'We gaan elk jaar', zegt ze helemaal in haar rol. Genoeg gespreksstof al dwalen we snel af naar enorme fietsafstanden die ze in haar werkzame leven als secretaresse/expeditiemedewerker heeft afgelegd, pensioen, typen, panty's en dikke kousen en muggen. Zij olijk en vergenoegd: 'Bij zo'n meer heb je veel muggen. Daarom ging ik altijd met mijn zus, een beetje een opschepster. Ze heeft zoet bloed. Als je naast haar zit, wordt zij lek geprikt en jij ontzien. Niks geen jeukende bulten. Haha. Eigenlijk best wel gemeen van me.'  We wuiven het lachend weg.

Tijdens het theebanket klinken we cin cin met porseleinen kopjes, eten we de petit fours van het glunderschaaltje met de pink omhoog, en luisteren we naar een merelconcert. Een opdringerige oudere eenzame weduwnaar meldt zich aan ons zitje. Mevrouws gezicht spreekt boekdelen: hoe krijgen we die man zo snel mogelijk weg. Ik knipoog. We begrijpen elkaar, want ze knipoogt net zo ondeugend terug. Wanneer hij vraagt hoe oud ze is, dient ze hem vlot en elegant van repliek: 'Dat vraag je niet aan een dame. Eh signorina.' Wat een gevatheid! Hij schat haar 65. Zij met de ogen rollend: 'Ik heb zo'n hekel aan die vreselijke charmeurs met hun versierderspraatjes.' Ze blijkt in haar element en de weduwnaar taait na enig beleefd aandringen van mijn kant af. Arrivederci! Mevrouw op zangerig toon de handen over elkaar wrijvend: 'Zo! Die zien we nooit meer te-rug.' We blijven langer dan gewoonlijk zitten.

Thuis heeft het vrolijke uitje nog steeds een opgewonden uitwerking op haar. 'Wilt u even met uw zus bellen om te vertellen van de plezierige middag?' vraag ik. Ik zoek het nummer op en overhandig haar de hoorn. Mevrouw opgetogen ratelend: 'We zijn vanmiddag naar het Gardameer gelopen. Het was er zalig en we hebben heel fijn geschommeld.' Grappig, dat haar brein de uitgelaten middag associeert met iets fijns uit vervlogen tijden. De zus wil ook haar zegje doen. Mevrouw proestend en me aanstotend: 'Hang op. Dat willen we niet horen.' 'Boefje', grinnik ik tegen haar en loop de gang op om het gesprekje netjes af te ronden. Vanuit de (hotel)kamer hoor ik haar meermaals aandringen: ‘Ophangen!’

Een Saar snapt wat nodig is!