Achter gesloten deuren. Heeft ze de lotto gewonnen, is de oorlog voorbij en vieren we Bevrijdingsdag? Dansend komt de in juichstemming verkerende Nolda op me af: 'Je bent er! Ik mag naar huis! Rijd de auto maar voor.' Ik spring enthousiast mee, ze is zo dolblij. Wel een vreemd bericht. Ik zie meer opgetogen gezichten binnen de woongroep. Wat is hier aan de hand? Een medebewoonster blijkt tijdens het middagmaal iedereen het hoofd op hol te hebben gebracht. Op de repeterende mag-ik-naar-huis-vraag van een huiler heeft de medebewoonster die het zo sneu voor hem vond, geantwoord dat iedereen vanavond naar huis gaat.
Nolda heeft een opleving en is zo ingelukkig dat ik het niet over mijn hart krijg om in mooie bewoording te vertellen dat ze het pand alleen tussen zes plankjes verlaat. Ze staat bij de uitgang: 'Maak jij de deur open voordat ze zich bedenken?' Ik kan het rekken door haar voor te houden dat het veel te ver naar huis is en dat ALS ze naar huis gaat, ze wordt opgehaald. Ik lieg niet. Ter afleiding haal ik maar weer eens de speurtocht 'zoek de uitgang' van stal waarbij zoveel lollige onderwerpen de revue passeren, dat je de weg wel kwijt moet raken.
Wanneer haar na een uurtje getemperde enthousiasme overgaat in gapen, constateert ze melig: 'Onderhand denk ik dat we weer eens in het ootje zijn genomen. Ik trap er ook elke keer in.' Moi: 'Je zou het denken. Kom dan nemen we daar een beker chocomel.' Ik gebaar naar de crapaudjes in de hal waar ze voor de in- en uitgang kan posten. Wanneer ik na een halve minuut terugkeer met twee bekers chocomel is Nolda vertrokken. Vertrokken naar dromenland. Haar ontspannen gezicht nog in een glimlach. Ik verlaat de woning via een achterdeurtje.
Een Saar snapt wat nodig is!