zondag 5 juni 2022

OP SCHOOT

opgeschoten gras
De tuin is een afschildering van pointillisme

In de openlucht een grijs wolkendek bij 25 graden. Op de stoep vang ik Fien op die net de deur van haar seniorenwoning achter zich heeft dichtgetrokken. Fien is een dwaler. Ze leeft in vroeger en wil geregeld naar haar ouderlijk huis dat niet meer bestaat zoals in haar beleving. Fien twijfelt over links of rechts afslaan. Fien: 'Ik ga naar mijn moeder, maar ik weet de weg niet. Zo erg.' We kennen elkaar al een tijdje. De flinke Fien staat er zo aandoenlijk bij dat ik haar hartelijk vastpak: 'Uw moeder is een engel, en u bent een schat.' Fien wentelt zich in mijn armen: 'Waarom? Waarom ben ik een schat?' Moi haar spontaan in de poppetjes van haar ogen kijkend: 'Ik kan er niets aan doen. Ik ben helemaal weg van u.' Ik som haar goede eigenschappen op. Fien luistert met gespitste horen. Complimentjes kunnen iedereen bekoren.

Wanneer ik haar zachtjes richting haar tuintje met verwilderde bloemen tussen het opgeschoten gras troon, herhaalt Fien: 'Ik wil naar mijn moeder.' Fien zoekt geborgenheid. Ik schuif een verstelbare houten tuinstoel dichterbij en klop met een glimlach uitnodigend op het verschoten gele kussen: 'Wilt u even bij me op schoot zitten?' Ze glimt: 'Zo'n spriet als jij kan me niet houden, maar dankjewel voor het aanbod. Ze pakt mijn hand vast en kijkt me vol genegenheid aan. Een vragende en enigszins twijfelende blik: 'Ben jij mijn dochter?' Moi: 'Het klopt dat u een moeder bent. Helaas niet de mijne [mijn lieve mam is helaas overleden], maar ...' Fien onderbreekt me: 'Ik heb altijd al een dochter willen hebben. Wil jij mijn dochter zijn?' Ik smelt. Haar liefdevol aankijkend: 'Vanaf nu zijn we tijdens mijn bezoekjes moeder en dochter.' Vijf minuten later vraagt een gelukkige Fien: 'Ben ik echt een moeder?' Wanneer ik blij knik, neemt zij het initiatief tot een bevestigende knuffel.

Een Saar snapt wat nodig is!