woensdag 29 september 2021

HERGEBRUIK

 

uit de serie: RETOURTJES (terugblikken naar thuis)

Mijn ouders vertrokken toen ze verloofd waren uit hun vertrouwde provincie om in Zuid-Limburg waar mijn vader gestationneerd werd samen een leven op te bouwen. Ik heb ze nooit anders gekend als elkaars aanvulling. Pappi als actieve vrijwilliger op vele fronten: van EHBO'er tot brandweerman en scheidsrechter, van het oprichten van een crèche, een biljartclub tot een ontspanningsvereniging zoals dat vroeger zo mooi heette. Pappi als organisatietalent/regelaar - een man een man, een woord een woord - op de voorgrond, mijn moeder (zijn rots in de branding) op de achtergrond actief. Over de lat hoog leggen voor een kind gesproken: ik kan van zelangzalzeleven niet aan hen tippen.

Kienen is nu synoniem aan ouderen. In mijn jeugd was kienen voor alle leeftijden. Ik heb wat afgekiend bij S.S.S. (Spoorweg Sportvereniging Susteren) tijdens feestelijke activiteiten ter gelegenheid van bijvoorbeeld Pasen, Carnaval en Sinterklaas. Winnen mochten mijn broer en ik niet. Wij waren meer een soort van zaalvulling die voor spek en bonen meededen, omdat mijn vader de voorzitter was. Toen snapte ik de schijn van belangenverstrengeling niet en was een keertje 'KIEN' mogen roepen, de ultieme droom.

Voor de kienmiddagen werden de fiches door pappi stuk voor stuk met de hand geslagen uit allerlei transparant plastic afval. Je had er echt kracht voor nodig. Mijn moeder maakte de kienkaarten en plakte ze op hardboard plankjes die mijn vader van te voren secuur in het schuurtje op maat had gezaagd. Zij stikte ook de stevige doch soepele stoffen zak van een afgedankt frambozenrood kledingstuk dat matchte met de rood beschilderde houten getallen. Prijsjes (het ging om het spel, niet om de knikkers) werden door mijn vader en een bevriende autobezitter persoonlijk geselecteerd bij de MAKRO in Beek. Tegenwoordig kan je voor leuke prijsjes naar de kringloopwinkel, maar dat fenomeen bestond destijds nog niet omdat er simpelweg geen afvalberg was. Afgerekend werd er met contact geld dat in een stugge lederen beurs zat. Thuis bewonderde mijn moeder de aankopen en plakte ze de bonnetjes in het kasboek en controleerde ze voor mijn perfectionistische pappi nogmaals of alles 100% klopte. 


De beurs gaat inmiddels meer dan 60 jaar mee. Kom daar vandaag de dag maar eens om.

maandag 27 september 2021

EMMAUS FENIKS


Zeventiger jaren. Het papieren telefoonboek vermeldt in Venlo slechts tweemaal de identieke naam: den Biesen. Geregeld rinkelt bij ons de telefoon. Negen van de tien keer is het voor de tot dan toe onbekende (achter)neef van pappi die men met zijn orkestje kan inhuren voor bruiloften en partijen en niet de NS die belt of pappi (destijds conducteur) een dienst kan overnemen. 


Sinds jaar en dag wandelen we er langs. Nooit waren we binnen de buiten muren van het voormalig Trappistenklooster gestapt. De zon lonkte en Emmaus Feniks hield een open dag met muziek, dans, kunst en een markt. Langs de kraampjes slenterend, trekt een keldertrapje mijn aandacht. Tussen vogelkooi, spiegel en schaakspel pakt M. (geïnteresseerd in uniformen) meteen de blauwe pet op. De basis had die van een conducteurspet kunnen zijn, maar deze pet hoort bij de uitmonstering van een harmonie. M. draait 'm om: 'Nah, kijk nou, daar staat jouw naam in!' Bizar. Dit stamt vast en zeker uit de nalatenschap van pappi's muzikale achterneef. Ik vertel bovenstaand.

Via (op)kamertjes, trappen en authentieke vertrekken (het geheel heeft iets weg van de compacte zelfvoorzienende verboden stad) belandden we op een zolder waar de prijswinnende, doch ons onbekende, Jeroen Kant met gitaar levensliederen ten gehore brengt. We zijn onder de indruk van zoveel muzikaliteit. De regels 'Je vader is gestorven' en 'Hij komt niet meer terug' komen zo heftig binnen dat ik naar buiten vlucht. 

Gewapend met een huishoudschaar begeven we ons in de ouderwetse bloementuin uit onze jeugd waar M. dahlia's afknipt. Ik verdwaal voor even in gelukkige tijden van weleer, denk aan pappi (de tuinman) en een olms overlijdensgedicht: nooit meer zul je door de tuin lopen, waar iedere bloem en iedere plant getuigde van je verzorgde hand [...] Een live orkest zet tangomuziek in. Duitse dansschoolparen gaan de houten vloer op die uitmondt bij grote zonnebloemen in de herfst van hun beperkte houdbaarheid. Voor ons gaat het leven gewoon door.

*Het doel van de Stichting Emmaus Feniks is een bijdrage te leveren aan een betere wereld voor iedereen. Emmaus Feniks biedt mensen een bed, maar ook een goede reden om eruit te komen. 

zondag 19 september 2021

DE VERDACHTE

Plaats van handeling: een super marche in een chique wijk. Buiten verbeuzelen junkies kostbare tijd. Een tripper is in hogere sferen, de andere hopen hierop. Binnen rijdt een beschaafde heer op hoge leeftijd voor het schap met wasmiddelen galant zijn winkelwagen opzij: 'Gaat uw gang, mevrouw.' Ik, opgedirkt voor een afspraakje, bedank hem beleefd. Bij de kassa stuiten we weer op elkaar. Hij - doorschijnend gelaat, goudmontuur, gerende overjas, antieke aktekoffer - legt vier flessen chloor, een fles rode wijn en de Trouw op de band. De kassière die waarschijnlijk ook Nordic Noirs binget ziet in een flits exact hetzelfde voor zich als ik: wat hebben vier flessen chloor en een fles wijn gemeen? Delict: een om het leven gebrachte echtgenote. Eerder een daad van barmhartigheid, dan een passiemoord.

De vlotte en vriendelijke kassière vraagt met de handen in de kassalade en met pretoogjes aan hem of hij Max Verstappen zegeltjes wil. Hij hoeft ze niet. Ik: 'Normaal ben ik niet zo brutaal, maar omdat we net in het gangpad al kennis hebben gemaakt: zou ik ze mogen? Mijn vriendin spaart ze voor haar kleinzoon.' De charmante heer bekijkt me goedkeurend van top tot teen: 'U mag van mij alles.' Ik olijk grappend: '105 en nog een flirt. Waar zijn vandaag de dag de echte mannen gebleven.'

De kassière en ik wisselen humorvolle blikken uit. De heer stopt de flessen in zijn aktekoffer die ervoor gemaakt kon zijn, duwt zijn winkelwagen in de rij, komt terug en wendt zich met het bonnetje tot de kassière: 'Volgens mij heb ik teveel betaald. Het was toch 4 halen 3 betalen?'  De kassière: 'Sorry mijnheer, dat was vorige week.' 'Hij: 'Dan wil ik ze graag teruggeven. Kan dat?' De kassière en ik durven elkaar niet aan te kijken, omdat we anders de slappe lach krijgen. Weer laten we onze fantasie de vrije loop: de ontmaskering, nu moet hij een andere oplossing oplossing zoeken. Een vrouwelijke drugsverslaafde zorgt voor lawaai en ophef aan een andere kassa. Intussen is de heer buiten. De verdenking. Wij: 'We kijken echt te veel thrillers.

vrijdag 10 september 2021

DODENLIJST

Zouden er op de hemeltrap ook rode lopers worden gelegd?

Soms weten mensen gewoon dat ze op de nominatie staan om binnen afzienbare tijd de geest te geven. Ik heb het meer dan eens meegemaakt dat 'niks-aan-de-hand' mensen (on)bewust weten dat de dood nabij is. Een buurman, een zestiger, liep naar de spoedeisende hulp (hemelsbreed 1000 meter hiervandaan), werd volledig gecheckt en gezond verklaard. Een uur later vond een vriend hem thuis, dood, ineengezakt op de wc. De bejaarde doch vieve moeder van een collega belde naar haar enige dochter om te vragen of ze die middag vrij kon nemen van haar werk: ze ging hemelen. De dochter zei dat dit onmogelijk was en dat ze direct na haar werk om 17.00 uur naar haar toekwam. Ze vond haar overleden moeder thuis bij de telefoon. Een cliënt van het Zorghuis zei tegen me: 'Laten we maar alvast afscheid nemen, want ik zie je denk ik niet meer.' Het klopte. Op mijn volgende werkdag werd ze al begraven. Mijn beide ouders wisten ieder voor zich ook dat hun laatste uur geslagen had. Op de kop af een jaar geleden kreeg ik het gevreesde telefoontje dat me wees maakte. 

Mam zei omkijkend bij het verlaten van de corridor in het appartementencomplex waar pappi en zij woonden tegen buurvrouw Christien: 'En dit moet ik allemaal achterlaten.' Zij (77) wist dat de operatie die ze moest ondergaan haar fataal zou worden. Voor ons hield ze de moed erin. Rollend op weg naar de operatiekamer zei ze tegen de hoofdchirurg: 'Ik wacht op 'm.' Geen twijfel mogelijk dat ze met haar laatste woorden haar eerste en enige liefde bedoelde. In het nagesprek dat ik drie maanden later met de hoofdchirurg voerde, wist hij (ook stervensbegeleider) zeker dat ze geduldig in de wachtkamer zat om hem nog een mooie tijd te gunnen.

Pappi werd nooit meer dezelfde nadat zijn 'bloem' het leven had gelaten, daarvoor waren ze te veel verknocht aan elkaar. Maar hij en ik hebben er samen 14 mooie jaren uitgesleept. Rond zessen op donderdag, de dag voordat hij mam op het perron* zou ontmoeten, nam ik met een onderbuikgevoel afscheid toen Pappi (92) terloops zei: 'Ik weet niet of ik er dan nog ben.'* 14 jaar nadat mijn lieve moesje overleed, vertrok pappi voordat hij was uitgerangeerd met de trein. Mijn moeder reisde met hem mee. Voor hem was dat vanzelfsprekend en werkelijkheid. 

De dood en ik zijn niet zulke goede vrienden. De dood neemt iedereen af die me lief is. Ik mis mijn ouders, maar het verhaal dat ze elkaar weer gevonden hebben en omdat de vrijheidslievende Pappi de coronaperikelen niet meer mee hoeft te maken, geven mij op sombere dagen de kracht om door te gaan.   

* Lees de aanverwante blogs: In liefdevolle herinnering - Strijken - Goddelijke voorzienigheid

GODDELIJKE VOORZIENIGHEID


Massale sluiting van kerkgebouwen. Rome heeft de ontkerkelijking door misbruik, schandalen en een starre houding zelf over zich afgeroepen, kunnen we stellen. Godshuizen worden een voor een voorgoed dichtgetimmerd of wachten waardig op een nieuwe passende bestemming. De vier-windstreken-klokken op de kerktorens worden stilgezet, want ook slaande klokken kosten geld. Jammer, want dat was het enige waar de kerk bijdetijds mee was, bovendien gebruikt iedereen ze als horloge. 

De kerkklokken schuin tegenover Pappi's residentie werden ook noodgedwongen op non-actief gezet. Wat me opvalt is dat het tijdstip waarop meerdere klokken in onze gemeente het zwijgen wordt opgelegd steevast rond vieren is. Pappi ergerde zich daar elke keer godsgruwelijk aan: 'Waarom altijd rond vieren?' 'Misschien is vier een heilig getal?' opperde ik. Om de overdreven reactie van pappi van een antwoord te kunnen voorzien - rond vieren had ook mijn nieuwgierigheid gewekt - deed ik navraag. Het leverde geen bruikbare informatie op, net zo min als een digitale zoektocht, behalve dat veel cijfers en getallen een symbolische betekenis hebben. 

Pappi stierf rond vieren net zoals mijn mam/zijn echtgenote zag ik later bij het doornemen van paperassen waaronder ook de overlijdensaktes. Was hier sprake van onoverkomelijke goddelijke voorzienigheid en was pappi daarvan op de hoogte geweest?


In liefdevolle herinnering

Cor 
30.01.1928 - 02.05.2020

&

Gerry
09.06.1927 - 28.01.2006