Het weekmenu in het Zorghuis bevat onder andere boeuf bourguignon, zalmfilet met pommes duchesse (niet te verwarren met de spierziekte Duchenne zoals iemand de pureetoefjes laatst noemde), Duitse biefstuk met asperges en meer van dat soort heerlijkheden voor vleesetende fijnproevers. Geen wonder dat pappi’s buik behoorlijk uitdijt. Verschillende van zijn overhemden staan op knappen. De zachtgele blouse die hij momenteel draagt, laat zijn onderhemd eruit piepen. De twee middelste knoopjes hebben het opgegeven en zijn eraf gesprongen.
‘Wat zit je er schandalig bij’, lach ik bij
binnenkomst. ‘Ja, had je dat bij het strijken niet gezien? Dat had je weleens
mogen repareren, voordat ik het aan zou trekken.’ ‘Toen ik het schoon in jouw
kast weghing, zaten alle knoopjes er nog op. De blouse kan niet meer dicht door
je uitdijende buik Qorrewitz,’ plaag ik zijn buik kietelend. ‘Smoesjes, je had
gewoon geen zin om het te repareren en nu zit ik hier voor schut,’ weert Q.
zich knorrig. Uit het duizenddingenbakje op de salontafel vis ik triomfantelijk
de twee matchende knoopjes. Q. heeft zijn uitvlucht klaar. Vanachter zijn
brillenglazen zoekt hij zijn eigen bevestiging: ‘Betrapt! Je had de knopen
meegenomen, maar naald en draad vergeten. Da’s niet zo slim.’ Was Q.’s kersenpit
maar zo solide als zijn smoesjesboek.