Negen blikken en drie ballen staan
opgesteld op de mobiele tafel. De Witte Dame, Vrolijke Frans, Tante Leen,
Mijnheer Demijne, de tuinman, Buuf en TT zitten als zoutzakken op een rij. We maken
er een kermis van: ‘Wie hebben er ballen?’ Tante Leen gooit onderhands en
bovenhands en mist nog: ‘Ik kan er niks van, dat zei ik al.’ Wij: ‘Zie de blikken
toren maar als iemand die u niet mag.’ Lieve-Floor-hoe-staan-we-ervoor legt
haar rekenmachientje aan de kant en beschermt zich met een kussen wanneer Tante
Leen ‘m van Jetje geeft. Al dan niet gegronde smoesjes zijn er ook: ik heb op
mijn zevende mijn sleutelbeen gebroken, mijn schouder speelt vandaag op, ik heb
niet in kunnen gooien en … ik zie slecht, ben
bijna doof en ik heb twee stalen platen in mijn arm. Voordat we kunnen vragen
naar haar andere arm: ‘Daar heb ik een zwakke pols.’ We schuiven
de tafel dichterbij en verder weg, naar links en rechts, en zetten ‘m
diagonaal. Vrolijke Frans maakt bij elke beurt jongensachtige schijnbewegingen
met de bal. Hij schatert van pret, maar punten behaalt hij er niet mee. Een van
de opgegooide balletjes komt bij de tuinman terecht die ‘m met zijn stok de
gang in golft. Goed voorbeeld doet volgen: alle balletjes verzamelen geschiedt met
de wandelstokken. De tuinman gooit constant goed, maar scoort lage-nummer-blikken.
Het is kassa als de Witte Dame de bal tegen achterhoofd van Vrolijke Frans plopt.
Hij mag fluitend door naar de kwartfinales. Buuf, die standaard bescheidenheid
aan de dag legt, wordt onder aanmoediging een boefje en bloedfanatiek. Ze
draait haar schouders als een prof warm, masseert de ballen, spuugt erop voor
geluk en vraagt haar buurvrouw TT om voor haar te bidden. ‘Maar ik weet niet
eens hoe u heet?’ zegt deze. ‘Baltussen’, zegt Buuf. Mijnheer Demijne
grinnikend: ‘De bal moet er helemaal niet tussen. Buuf slaat met haar handen op
de knieën van plezier. TT krijgt een giechelbui die zo aanstekelijk werkt, dat
we er allemaal in blijven. Om een lang verhaal kort te maken: er volgen
kwartfinales (bye bye Vrolijke Frans. Nee, Tante Leen, u zit nog in de race),
halve finales (zwaai maar dag met het handje) en de finale tussen Buuf en
Mijnheer Demijne. Een stralende Buuf wint en gooit haar armen uitbundig in de
lucht. TT neemt de speldoos op schoot alsof zij de eerste prijs heeft gewonnen,
en laat zich naar de huiskamer rijden: ‘Hier is het altijd bal. Ik heb weer zo
genoten.’
Pappi en zijn huisgenoten zijn te volgen op Facebook: Zorghuis Tegelen