De zon kiert gewekt tussen de
gordijnen. De tuinman (91) staat fluitend op. De klompen en de werkjas gaan
aan. Buiten (bezig) zijn − met name tuinieren − houdt je mentaal en fysiek
gezonder. Schoffelen en harken maken zijn hoofd heerlijk leeg. Alles en
iedereen wordt door de tuinman vergeten. Visite kan rechtsomkeert maken: geen
tijd. Op naar de 92!