maandag 23 september 2019

KAASPRIKKER



Tijdens een bescheiden feestje in het Zorghuis informeert Elsjefiederelsje bij haar dochter: ‘Komt pap nog?’ Niks omzichtig antwoorden of de dood verhullen. De dochter deelt op neutrale toon mee: ‘Pap is vorig jaar gestorven.’ Haar moeder trekt een verwonderd gezicht: ‘Zo?’ De dochter beaamt het met een meelevend gezicht. Haar moeder herpakt zich en zegt: ‘Dan komt hij volgende week mee dus.’ De dochter laat het zo. 

Simultaan vraagt pappi aan mij of mam nog komt. Ik antwoord nuchter: ‘Mam is toch dood.’ Pappi verslagen: ‘Echt waar? Moeten we dan niet naar het ziekenhuis?’ Moi:’ Ze is al 14 jaar dood. Als ze nog leefde zou ze hier zijn. Jullie waren altijd samen.’ Pappi ontstelt: ‘Mam, 14 jaar dood? Dat kan niet. Ik heb haar gisteren nog gezien!’ Moi: 'Mooi toch. Het was vast gezellig!' Verzorgster M. die de hapjesschaal laat rond gaan, houdt een kaasprikker voor pappi's neus: 'Wat heb je voor lekkers?' Zij met een big smile: 'Kaasprikkertjes met worst, augurk en een zilveruitje. Lekker!' Pappi lacht, neemt het prikkertje aan en bijt erin. Het moment is vergeten. Moeiteloos schakelt hij over tot de realiteit.