Bed verpakt als bank
Ik val op
verschillende tijdstippen bij het Zorghuis binnen waar vrolijkheid en
gezelligheid overheersen, omdat ik tegenstrijdige onzinberichten van pappi
ontvang. Hij beweert dat er geen activiteiten zijn (er is altijd reuring) en er
constant onlusten uitbreken (de ene keer vliegen de dames elkaar in de haren,
een andere keer hebben de mannen ruzie): 'daarom maak ik met niemand contact'.
Journaal- en krantenberichten over brandhaarden in de wereld leggen zijn
verdrongen oorlogsherinneringen bloot. Ik maak me absoluut geen zorgen, maar
neem hem wel serieus en check voor 100% zekerheid.
Ditmaal ben ik er
rond 19.00 uur. Hij zit toevallig voor de televisie op zijn gezellige kamer met
de ventilator op vol vermogen - alle vorige keren was hij nooit 'thuis' zoals
hij dat noemt. 'Waar kijk je naar?' vraag ik als ik zie dat er een serie voor de
jeugd op is. 'Ik wacht op het voetballen en de zuster heeft alvast de goeie
zender ingedrukt', zegt pappi. Q. ooit zelf bevlogen voetballer en
scheidsrechter, kan nu geen hele wedstrijd meer uitzitten. Na vijf minuten
onthoudt hij niet meer wie er tegen wie speelt en wat de stand is. Maar het
voetballetje rolt, da's bekend.
Q. in zijn favoriete relaxfauteuil bij het 'Homie' schildje dat hij geweldig grappig vindt.
Zijn brein heeft 's ochtend
opstartproblemen. In de vroege middag is pappi het helderst. Naarmate de
dag vordert, slibt zijn werkgeheugen vol. Deze avond brabbelt hij meer dan dat hij
spreekt, maar ik kan, net als een moeder van haar baby, alles letterlijk
ontcijferen. 'Ik zat net een van je boekjes te lezen', wappert hij met
KLUIF, 'ultrakorte verhaaltjes kan ik nog inprenten. Voordat de catering langs
komt met koffie, versnaperingen en snacks voor diegenen die op hun kamer willen
blijven, ga ik zelf in de pantry tappen. Aan een van de stuk voor stuk lieve
geduldige medewerksters leg ik het dilemma voor. Ze lacht wijs en haalt direct
haar IPhone uit haar witte schort. Ze toont me foto's en filmpjes waar pappi, ballon
in de hand, uitbundig meezingt met de Joekskapel die er optreedt. Op andere
foto's keuvelt hij gezellig met mannelijk bewoners, is hij aangeschoven
bij het echtpaar in het uiterste tuinhoekje of is hij druk met de dames
enzovoorts.
Als ik door de lange gang naar buiten loopt, (pappi zwaait me dit
keer niet uit omdat de wedstrijd al begonnen is), tref ik de verpleegkundige.
'Waren ze maar allemaal zo als jouw vader. Ik maak 'm elke ochtend als eerste
wakker. Hij is altijd goedgehumeurd, zijn vrolijkheid slaat meteen op me over.
En na een goede nachtrust is zijn harde schijf ook weer redelijk ververst.' We
wisselen een blik van verstandhouding. Zonder woorden weten we dat die gemene
meneer Alzheimer, hapje bij beetje, de geestelijke achteruitgang doorzet.