Bij elk bezoek verontschuldigt de bescheiden Til zich onnodig voor de ouwe meuk zoals ze zelf haar klop-klop meubels omschrijft. Voor de jonge generatie: klop-klop was de gouden slogan van meubelfabriek Oisterwijk waardoor iedereen wist dat hun zwaar eiken meubels van massief hardhout waren. Die onverslijtbaarheid zorgde ervoor dat de meubels onverwoestbaar zijn. Letterlijk gekocht voor het leven en de oudere generatie zal iets wat niet kapot niet inruilen; heel duurzaam.
In een opzicht moet ik Til gelijk geven: het hout is zo kaal en droog dat het schreeuwt om geboend te worden. Wanneer ik het opper, reageert ze afwijzend: 'Nee, dat hoeft niet.' Ik weet toevallig dat ze het heel fijn vindt als je dingen voor haar doet. Poetsen behoort niet tot de taak van gezelschapsdame maar ik schaar het onder een activiteit waar Til blij van wordt.
Wanneer ze aan het originele flesje Pledge dat ik uit mijn privécollectie heb meegenomen, ruikt: 'Oh, dat ruikt heel bekend. Naar voldane arbeid als je vroeger gepoetst had.' Ze kijkt naar haar handen die stijf en krom van de reuma staan. Voordat ze kan zeggen dat haar handen dat niet meer aankunnen, zeg ik: 'We doen het samen. U coacht me en houdt het flesje bij de hand.' Telkens druppelt ze wat op olie op de bijbehorende doordrenkte doek die ik ook mee had genomen. Ik boen op haar aanwijzingen: 'Hier nog een plek, en daar en oh, mag dat bijzettafeltje ook?' We zijn er de hele morgen druk mee. Rond het middaguur zitten we samen aan een bordje soep. De buurvrouw wipt even binnen: 'Wat ruikt het hier lekker.' Til opgetogen over het resultaat: 'Ik heb de meubels geboend. Ze zijn als nieuw geworden, maar het was heel vermoeiend en mijn vingers doen pijn van het vele wrijven.' Ik lach in mezelf: ik zou kunnen vertellen dat het boenen mijn verdienste was, maar een Saar weet wanneer te zwijgen, bovendien knipoogt de buuf dat ze doorziet wat er aan de hand is.
Een Saar snapt wat nodig is!