De lente lonkt. Wanneer ik met een ouderwetse stofdoek in de hand de kamer binnenloop waar zij werkeloos voor zich uitstaart, is het prompt: 'Dat hoeft toch niet!' Ik lach: 'De zon schijnt, de katjes bloeien. Tijd voor de voorjaarsschoonmaak. En ik ga het niet alleen doen, u gaat helpen.' Ouderen die fysiek weinig meer kunnen, vinden het vaak fijn om bepaalde klusjes ZIEN gebeuren. Weggevaagde herinneringen komen boven drijven en dikwijls kunnen ouderen door dat ene duwtje (samen doen) meer dan ze denken. Zo ook Gon die tot actie wordt aangezet.
Van de stoelen worden vlekjes weggewerkt - zij wijst de vlekjes ijverig aan. Kastlades worden geleegd en uitgestoft. Van elk door mij omhooggehouden object, mag Gon ('Alles mag weg!') zeggen wat ermee mag gebeuren. Triomfantelijk kiepert ze spullen in een kartonnen doos die ter familiecontrole in de schuur wordt gezet. Bij een verfomfaaid zakje trekt ze een vies gezicht: 'Kijk daar maar niet in.' Het zakje bevat beschimmelde etensresten en klef snoep. We zijn niets te vroeg met de voorjaarsschoonmaak. De rollator krijgt glimt door een vochtig wonderlapje en van de kamerplanten op de vensterbanken knippen we de dorre bladeren.
Alles heeft een beurt gehad. De morgen is goed besteed en het eindresultaat mag gezien worden. Gon is in haar nopjes en heel dankbaar: 'Wat een verschil. Ik zag er echt tegenop, maar opgeruimd staat echt netjes!'
Een Saar snapt wat nodig is!