Aan de muur hangt een levensgroot portret van een man die in de bloei van zijn leven door een auto-ongeluk uit het leven is gerukt. 'Dat is een mooie man', wijs ik. Mevrouw bot: 'Van mij mag je dat schilderij van de muur halen. Ik heb nooit wat aan hem gehad.' Die mededeling laat me even slikken, want volgens de kinderen was hij een fantastische vader. Hoe triest voor de nagedachtenis ook, het is onbedoeld geestig door mevrouws manier van doen. Ze maakt het nog gortiger door er kneuterig aan toevoegend: 'Hij was er nooit en nu komt hij ook niet op bezoek.' Ben je verkeersslachtoffer, word je door dementie daarbovenop postuum bestempeld als erbarmelijke echtgenoot. Dat vraagt (bij een gunstige gelegenheid) om eerherstel.
Uit de serie: zoveel zorgen, zoveel hart&humor verhalen