Opgeruimde kamer, opgeruimde geest. Door de rondslingerende tijdschriften op stapels te leggen, moeten Neels gedachten die woensdagavond alles weer op een rijtje krijgen. Althans dat was de bedoeling. Ik ga vast van start: goed voorbeeld, doet volgen. Neel blijkt daar helemaal geen zin in te hebben (ze wil gewoon naar huis), want al die roddelbladen interesseren haar niet. Ze kunnen wat haar betreft morgen (voor haar zaterdag) aan de straat gezet worden. Ik trek een lade open op zoek naar touw om het papier te bundelen. Zij: 'Er hoeft geen bindtouw om.' Ik kan net voorkomen dat ze een zware stapel wil oppakken. Zij: 'Weg ermee. Het ligt alleen maar in de weg.' Moi: 'Maar we kunnen er iemand anders toch blij mee maken?' Zij resoluut gebarend: 'Alles kan weg. Het zijn maar spullen. Ik zou alles, ALLES willen ruilen om naar huis te mogen gaan.' Dementie kan zo wreed zijn.
Een Saar snapt wat nodig is!