Wanneer ik tegen het middaguur aanwaai, ligt Bertha nog in bed. Ze weigert op te staan. Hier komt mijn ervaring met dementerenden goed van pas. Ik ga geen 'gevecht' met haar aan. In plaats daarvan plaats ik in het midden van de geordende slaapkamer mijn dichtgeritste knaloranje handtas. Mijn vest drapeer ik slordig over een stoel die dienst doet als dressboy. Twee dingen die volledig uit de toon vallen.
Ik verlaat de kamer en wacht op de overloop af. Een warhoofd kan niet tegen rommel. Na enkele minuten wint haar nieuwsgierigheid en/of de dementie het van haar. Door de kier van de deur kan ik me verkneukelen: dit foefje is zo doorzichtig en toch werkt het altijd. Het mooiste van alles: Bertha is vrijwillig en vooral zonder commotie opgestaan. Ik loop de slaapkamer binnen. Zodat ze zich niet betrapt voelt, We gaan meteen over tot de fijne ochtendroutine van wassen en aankleden, zodat Bertha zich a) niet betrapt voelt en b) niet terug naar bed gaat.
Een Saar snapt wat nodig is!