donderdag 11 november 2021

IK WIL NAAR HUIS

De zorgmedewerkers van het vergeet-mij-niet-huis werken zich uit de naad. Graag zouden ze naast de verzorging extra persoonlijke aandacht willen verdelen over de bewoners (die nooit bezoek ontvangen), maar daar is helaas zelden langer tijd voor. Ze doen wat ze kunnen, maar het blijft meer dan eens bij waardevolle een-op-een-momentjes. Alles gaat trager bij ouderen. Voor een zelfstandig functionerend persoon is de toiletgang bijvoorbeeld zo gepiept. Voor een hulpbehoevende ben je al gauw met twee personen een half uur bezig: in de tillift hijsen, behoefte doen (met of zonder hulp), verschonen en weer schoongoed aan, wasgoed opbergen, bed verschonen et cetera.

Fijn als er dan voor ontregelaars (bewoners die aanzienlijke aandacht verlangen) iemand kan worden ingeschakeld. Klaziena is rolstoelgebonden; een crime voor mensen met vrijheidsdrang. Binnenskamers voelt ze zich gekooid. 'Ik wil naar huis' is haar repeterende hartenkreet. 'Ik wil naar huis' is letterlijk en overdrachtelijk bedoeld. Ze wil weg van het onbekende waar ze in verkeert én ze wil terug naar het ouderlijk huis en haar niet meer bestaande vertrouwde vroeger. Je kunt mevrouw geen groter plezier doen dan met haar op stap gaan. Een bevlogen team rolt haar daarom elke dag, indien het weer het toelaat, door het dorp. Het mes snijdt aan twee kanten: de zorgmedewerkers kunnen meer tijd spenderen aan de overige bewoners en het onderweg zijn schenkt mevrouw vreugde, afleiding en hoop.