In een zonnig hoekje anticiperen op we op de
aanstaande Seniorezitting van de Beerpiep. We studeren de teksten van liedjes
in. Vooral die van de Vrijbuiters, want onder andere Ben Verdellen zal acte de
présence geven. Ben is een oud-collega van de
PauwPrins, daarom moeten we extra goed voor de dag komen. Hay (ik noem ‘m Floris, omdat hij verrekte veel op
Rutger Hauer lijkt) blijkt naast eerste trompettist een verdienstelijk zanger. Mevrouw
H. met de H van Hiawatha vindt het zonnetje lekker, maar het windje niet. Een
deken uit 1949 (het staat er echt op!) om en ze is helemaal content. Wel maken
de vijf (Mijnheer Demijne niet op de foto) zich zorgen om het meisje dat
vogelnestjes turnt op de nieuwe reling. Op mijn verweer dat ze vroeger ook kind
zijn geweest, is eensluidend het antwoord: ‘Wij waren altijd hard aan het werk.
We hadden geen tijd om te spelen!’ 'De Vastelaoves' Samba' klinkt en iedereen
galmt mee. Bij 'Wengske aan Wengske wil Mevrouw S. smoezen met de PauwPrins.
Op de klanken van Haciënda’ verdwijnt de zon achter het dak. Hay ziet een
vliegtuig in de lucht en zingt: 'Joetsejatse'.’ ‘Naar binnen’, roept Hiawatha,
want zelfs met een deken om wordt het kil. Pappi schommelt met het lege
wijnglas: ‘Schödt d’r mich nog eine in …’ Maar het
is mooi geweest.