Gemoedstoestand: net boven nul. Harde schijf: onvoldoende capaciteit. De ogen: op half zeven. Uitgerekend die avond is het Vasteloavond in het Zorghuis: the houseparty waar hij zo naar uitkeek. Muziek (lallen) en beweging (sjoenkele en trommelen) en een pilsje ontspannen geest en lichaam. Precies wat de dokter voorschrijft. Verpleegkundige M. stopt er nog een roze pilletje in en na anderhalf uur krijgen we hem zover om mee te gaan naar 'het café hier beneden'.
In prinsenkostuum, jagersoutfit, GeitenPeterpak, of clownskiel hijsen, zelfs als Fransoos met alpinopet, halsdoek en getekend snorretje is te veel gevraagd. Zo lollig voelt hij zich niet; begrijpelijk. 'Frank Sinatra' ziet hij wel zitten. De smoking is te warm. Hup hoed op en de prinsenonderscheidingen om, want het nondejuuke (vlinderstrik) is op miraculeuze wijze verschwunden.
Glundenderende snoeten. Iedereen heeft het reuze naar de zin. Vlak voor afloop betrekt Q.'s gezicht onmiddellijk als bewoner E. naast me komt zitten en mijn aandacht van hem afneemt. Ik kietel de welvarende buik van de jaloerse bink. Pappi: 'Ik ben aan het verkindsen, maar hoef niet bedild worden.' 'Gelijk heb je, maar gedraag je dan ook niet als een kleuter (op Facebook zou je hier een smiley plaatsen)' por ik hem plagerig in de zij. Q. toeschietelijker, maar met het verweer: 'Die rokkenjager ...' 'Je hoeft niet overal de controle over te voeren', smiley smiley. Nou betuttel jij mij.' 'Dan wil ik naar de wc op mijn kamer', verzint pappi du moment de afleidingsmanoeuvre. Omdat alcohol en pillen niet mixen (valgevaar) moet ik hem begeleiden. Hij treuzelt extra om tijd te rekken. Weer op weg naar de zaal en alles vergeten (soms komt dat heel gelegen), maakt pappi een fantastische rentree. Hij steek de wandelstok in de lucht, slingert zijn hoed erom en jongleert een volleerde draaiende-borden-circusact. Helaas eindigde hiermee ook het laatste nummer van de joekskapel. Het was mooi geweest.
KROMMUNICATIE
het dreejspan - met dank aan Tineke Buskes voor de foto's
Joekskapel Waers trompettert
erop los en maakt er zoals altijd een show van met bekende krakers: Zutjes aan (Laot
mer lekker gaon so wie het geit; over die zin zijn de meningen verdeeld), Het
boerebroelofsleed, Het kleine café aan de haven (voor
pappi), Als de sterre dao boave straele (voor SenioritaSigaretje), Am
Rosenmontag medley (voor Mevr. B van euver de paol)
en Geneet van ut laeve (wie kan die muzikale vitaminen niet
gebruiken), Que sera sera (Que Cela Cela) en Seeman
deine Heimat ist das Meer (heh,was ik die Pommetje
Horlepiep net kwijt). Ieder krijgt zijn eigen Hollekidee.
Glundenderende snoeten. Iedereen heeft het reuze naar de zin. Vlak voor afloop betrekt Q.'s gezicht onmiddellijk als bewoner E. naast me komt zitten en mijn aandacht van hem afneemt. Ik kietel de welvarende buik van de jaloerse bink. Pappi: 'Ik ben aan het verkindsen, maar hoef niet bedild worden.' 'Gelijk heb je, maar gedraag je dan ook niet als een kleuter (op Facebook zou je hier een smiley plaatsen)' por ik hem plagerig in de zij. Q. toeschietelijker, maar met het verweer: 'Die rokkenjager ...' 'Je hoeft niet overal de controle over te voeren', smiley smiley. Nou betuttel jij mij.' 'Dan wil ik naar de wc op mijn kamer', verzint pappi du moment de afleidingsmanoeuvre. Omdat alcohol en pillen niet mixen (valgevaar) moet ik hem begeleiden. Hij treuzelt extra om tijd te rekken. Weer op weg naar de zaal en alles vergeten (soms komt dat heel gelegen), maakt pappi een fantastische rentree. Hij steek de wandelstok in de lucht, slingert zijn hoed erom en jongleert een volleerde draaiende-borden-circusact. Helaas eindigde hiermee ook het laatste nummer van de joekskapel. Het was mooi geweest.
KROMMUNICATIE
Een middag later verschijn ik op appel.
Pappi heeft onderbuikgevoel(ens): 'Zijn wij goed samen of moet ik mijn excuses
aanbieden?' 'We zijn 110% samen', ik doe of mijn neus bloed. Het akkefietje betreffende
E. is history. Pappi: 'Ik was gisteren daaps en tegelijk boos over dat
geflikflooi. E. kuste jouw oor.' Proest. 'Wat heb je toch een levendige
fantasie. E. praatte rechtstreeks in mijn oor vanwege de harde muziek anders
kon ik hem niet verstaan en natuurlijk geef ik antwoord. Het zou onbeleefd zijn
om hem te negeren en waarom ook. ‘Mijn moeder, jouw oma had het al over de
fluit en duit. Dit is typisch zo’n gevalletje!’ vervolgt pappi zijn betoog. ‘Laten
we er niet over uitwijden, het is te onbenullig voor woorden, zo dadelijk gaat het
in je hoofd een eigen leven leiden.’ Voor de nacht vraagt pappi de zuster zelf
om een pilletje: ik ben niks werd [waard] en zo’n pil werkt goed.