Machteloosheid. Tutti loopt te huilebalken. Moeilijk om haar zo te zien en haar niet kunnen verlossen van de pijn. Ze wrijft over haar buik, trekt zowat de haren uit haar hoofd en grijpt naar haar keel waar volgens haar al het kwaad zit opgekropt. Ik houd haar de net opgeblazen boksbal voor: 'Sla en bonk alles maar van je af. Misschien helpt het.' De boksbal krijgt er flink van langs. 'Voel je je beter?' vraag ik. Ze wil toch de beloofde hoofdmassage, maar dan voor het gebied rond de adamsappel. Ik strijk net zolang haar gespannen keel en hals tot die weer soepel aanvoelen. Ze blijft erna zitten en uit armoe masseer ik haar vingers en trek aan de kootjes. Ze boert als Lange Jan de ruimte krijgt. De tuinman dreunt het oude kinderversje op: 'Naar bed, naar bed, zei Duimelot. Eerst nog wat eten, zei Likkepot. Waar kan ik dat vinden, zei Lange Jan. In grootmoeders kastje, zei Ringeling. Dat zal ik verklappen, zei 't kleine Ding.' Nogmaals trek ik aan de middelvinger. Ze boert en boert. Dat lucht op. De zuster komt erbij. Ik giechelend: 'Tutti kan een kunstje. Ze kan zo bij het circus. We gaan er een act van maken.' Ik trek aan haar wijsvinger. Een diepe boer verlaat haar lichaam. Ondanks alle misère schiet ze spontaan in een onbedaarlijke hiklach. Missie geslaagd: voor even is ze afgeleid, ontspannen en vrolijk.
Meer over pappi en zijn huisgenoten op Facebook Zorghuis Tegelen