dinsdag 7 januari 2020

EXCLUSIVITEIT


Hoe we het pappi nog meer naar de zin kunnen maken? Het gesprek met de ouderspecialist levert enkele handvatten op prangende situaties op. Pappi banjert de gang op en neer in zijn nieuwe outfit, telkens wordt hij gecomplimenteerd dat hij er zo vlot uit ziet. Banjeren wordt pronken, paraderen. Hij ziet me aan de tafel die het dichtst bij de gang is, staan praten. Hij: 'Hup, mee naar mijn kamer. Je komt voor mij en niet voor anderen.' Claimgedrag kennen familieleden van bewoners maar al te goed.

1) Exclusiviteit - Samen op zijn kamer: minder prikkels en niemand die mij van hem afneemt. Ik zet een ontspannend muziekje op en bied hem de kleurpotloden en de keuze uit twee kleurplaten aan. Hij wil iets met dieren. Het dichtstbijzijnde is een boom met onbewoonde vogelhuisjes. Na een poosje vraagt Pappi: 'Heb jij ons vàt en moet nog gezien?' 

2) Een stukje meegaan in zijn gedachtegang en de vraag herhalen. 
Ik: 'Vàt en moet gezien?'
Hij: 'Ja?'
Ik terloops: 'No.'
Hij: 'Ze wonen ook zo ver weg.' 
Ik: 'Heel ver.' 
Hij: 'Nog iets van ze gehoord?' 
Ik: 'Nee, ze zeggen niet veel meer.'  
Hij humt.

De stem van Roger Whittaker en het krassen van de potloodpunten op papier zijn rustgevend. Ik zie pappi's brein vraag & antwoord verwerken. Na weer een poosje vraagt zegt hij: 'Hier klopt iets niet. Opa en oma zijn toch dood?' 
Ik: 'Klopt.' 
Pappi: 'Waarom houd je mij dan voor de gek?'
Ik: 'Ik houd je niet voor de gek. De hemel is heel ver weg en de doden zwijgen.'
Pappi grinnikend: 'Daar was je op voorbereid.'

3) Het is tijd om afscheid te nemen. Een afscheid dat ik niet mag rekken. Ik vermijd de beladen term 'naar huis gaan', want dan wil hij mee. Er zijn twee opties: zeggen dat ik sigaretten ga halen en niet meer terugkomen, of 'tot morgen' kussen en wegwezen. Ik kies voor optie 2 waarbij ik een zuster inschakel. Zodra ik uit het zicht ben, leidt zij hem af met een praatje.