Het is guur. Kastanjebladeren in koper en groen scheren langs het venster. Binnen voelt rolstoelster Tilly zich gevangen, opgesloten in haar dementie. Achter het raam zittend en pratend over de buitenissigheden die we registreren en het nabootsen van bijbehorende herfstige gevoelstemperaturen krijgt ze ook het buitengevoel. Zij aan het einde van onder andere een middag autokleuren herkennen ('Heh, weer een witte, mijn man heeft een blauwe'): 'Wat fijn dat je me hebt weten over te halen om naar buiten te gaan. Ze strijkt over de plaid over haar benen: 'En de kou viel eigenlijk wel mee.' Niet zo vreemd als we in haar huis verblijven waar de radiator op volle toeren draait en ik verhitte rode konen onder mijn mondkapje van de warmte en niet van de kou heb.
Uit de serie: zoveel zorgen, zoveel hart&humor verhalen