Mevrouw geniet achter het venster van de herfstzon. Ze wijst naar de bejaardenflat aan de overkant waar de zon genadeloos laat zien dat de balustrades wel een glazenwasser kunnen gebruiken. Moi: 'Dat zal u niet overkomen. Bij u blinkt alles als een spiegel, de keuken, de wc.' Tilly knikt verguld en complimenteert me met mijn opgestoken kapsel.' Ik kaats het meteen terug: 'Extra voor u, omdat u er altijd tiptop bijzit.'
De iPad is niet beschikbaar. Ik zet haar porseleinen pop op de rand van haar rolstoel neer. Moi: 'Haar haren mogen weleens gekamd worden.' Tilly: 'Ze zijn niet echt hoor.' Voor haar zittend doe ik het strooien hoedje af, 'kam' uitgebreid de pruik, kuis het kleffe snoetjes en doe alsof ik de lippen stift.
Mevrouw volgt het allemaal. Ze draait haar hoofd: 'Zitten mijn haren goed?' Moi: 'Zal ik ze voor u kammen?' Dat wil ze. Met de gladde achterkant van de borstel aai ik over haar hoofd. Dat vindt ze heerlijk. Wanneer ik de lippenstift uit de stoffen houder pak, tuit ze haar mond en als de lippen gestift zijn, wrijft ze automatisch de lippen zoals we dat vroeger deden. Moi: 'U bent nu zo mooi, zullen we de schatkist met juwelen erbij pakken?'
Met de telefoon in de selfiestand mag ze de uitbundige halsketting en haar lippen bewonderen. Ik laat expres niet haar hele gezicht zien, omdat ik niet weet of zij haar zelfbeeld herkent en wellicht schrikt van een 'vreemd' gezicht. Flemend: 'Wat een schone schattebout.' Een traan rolt uit haar rechterooghoek: 'Ik was zijn schattebout.' Om de stemming positief te houden - wel getut, geen getrut - vlei ik er schalks erachteraan: 'Met ondeugende ogen.' Ze toont een gulle lach en guitige ogen.
Een Saar snapt wat nodig is!