vrijdag 7 februari 2020

SHAG


Op zijn schoot heeft hij een hardboard met een blanco kleurplaat onder postbode elastieken. Pappi kleurt niet, maar slijpt voorovergebogen de stomp van enkele potloden in een punt. 'Ah, wat ben ik blij dat je komt,' juicht hij zowat. 'Is de Boerenleenbank nog open, want ik heb geen cent meer op zak en mijn shag is op.' Ik, nadat ik hem gedag heb gekust: 'Je rookt helemaal niet meer, schat. Je bent op je vijftigste acuut gestopt na een voorinfarctje. Bovendien heb je nooit shaggies gedraaid, dat vond je ordinair. Je rookte Golden American.' Pappi trekt een ongelovig gezicht van: ben jij betoeterd. Ik wijs naar de kleurplaat om hem af te leiden van het heikel onderwerp. Hoe ik het ook wend of keer het thema 'roken' steekt steeds de kop op.

Pappi blijft op de klok loeren: 'Moet jij niet naar huis? Zo dadelijk is het donker.' Opvallend, want gewoonlijk wil hij mij zolang mogelijk bij hem houden. Hij blijft aandringen en slinks om sigaretten vragen. Aha, pappi wil me naar de winkel hebben en loert op de klok of het nog geen sluitingstijd is. Hier helpt geen moedertjelief aan. Ik ga vergezeld van de beroemde zin voor iemand die vertrekt en nooit wederkeert: 'Ik ben even een pakje sigaretten halen.' Pappi verwachtingsvol opkijkend van zijn kleurplaat die behoorlijk blauw aan het worden is: 'Neem er maar twee mee. Anders moet ik morgen weer naar de sigarenboer.'