Carnavalsmiddag. Floris wil geen enkele van de aangeboden fleurige hoedjes op. Hij: 'Een andere keer. Het heeft nu weinig zin, want ik ga zo naar huis.' Hij is goedgemutst, rekenend op zijn vergeetachtigheid ga ik in zijn gedachtegang mee: 'Doet u ze thuis de groeten van me?' Hij knikt blij. Een kwartiertje later tref ik 'm bellend in de fauteuil bij de voordeur aan. Zijn rollator is overladen met de complete inhoud van zijn klerenkast. Hij aan de telefoon: 'Waar blijven jullie nou? Ik zit allang klaar!' Oeps.