In het Zorghuis waar pappi resideert, hebben de kamers geen telefoonaansluitingen. Een bewuste keus, zodat familieleden niet honderdduizend keer per dag gebeld worden, omdat hun dementerende ouder of partner telkens vergeet dat-ie al gebeld heeft. Voor pappi schaften we het meest simpele seniorenmobiel aan. Maar voor digibetische dementerenden die nog maar een handeling per actie kunnen uitvoeren, is zelfs dat te ingewikkeld.
'Het gsm'tje is een prutsding om in de hand te houden.' Zijn vingers zitten steeds het luidsprekertje in de weg. Als ik hem daarop wijs, zegt hij: 'In dat minuscule gaatje kan on-mo-ge-lijk een microfoon huizen!' Het mobieltje bevat geen hoorn en geen kabels. Hoe weet dat ding dan dat hij jou moet bellen? Waarom brandt er blauw licht in het toestel (display)? En moet hij nou in de standaard (de oplader) of eruit? Daarnaast zitten er nog een boel overbodige knopjes en schuifjes op die hem van de wijs brengen: om het toestel te blokkeren, de pincode te barricaderen of het toestel AAN/UIT te zetten. Elke keer moet er bij telefonisch contact een verzorgende aan te pas komen, wat ze met alle liefde doen daar niet van. Q. verzucht geregeld: 'Kreeg ik mijn oude telefoon maar terug.' Er achteraan op zijn allerzieligst: 'Maar dat kan niet.'
Na een omslachtige zoektocht vond vriend Wim (zo lief) dankzij de alerte helpdeskmedewerker bij Stelcomfortshop een zenderkastje dat het oude toestel verbindt met het gsm netwerk. Een vondst! Terwijl Wim de boel aansluit en voorkeursnummers onder knopjes installeert, zit Q. er hoofdschuddend bij: 'Nu krijg ik weer een ander toestel en kan ik niet eens zien wie er belt!' Q. kan het niet bevatten, het moest er nog bijkomen dat hij over een draaischijf zou beginnen. Om een punthoofd van te krijgen. Ik toon hem de schabberige verpakking met zijn handschrift: 'Dit is toch echt je vertrouwde toestel, pa!' 'Ik heb dit ding nooit gezien', klinkt het eigenwijzerig resoluut.
Een hevig zwetende Wim ziet pappi al loeren naar de fonkelnieuwe kabels en het zenderkastje. Erop zetten dat hij er niet aan mag komen, werkt averechts weten we uit ervaring. Wim stond al met tape klaar om de onnodige cijfertoetsen af te plakken. 'Laat maar, dat heeft weinig nut. Voor wij de deur uit zijn, heeft hij dat er al af getrokken. We gaan gewoon oefenen', zeg ik.
Nog voordat de buurthaan kraait, hangt pappi aan de lijn. 'Wat goed van je dat het je is gelukt', feliciteer ik hem. 'Bel jij me maar in het vervolg', moppert hij. 'Ik moest eerst het telefoonboek zoeken, toen jullie nummer, en bovendien het kengetal erbij drukken wat je me niet verteld had! Dat is me veel te omslachtig.' 'Maar je hoeft toch alleen maar de hoorn op te pakken en op mijn foto te drukken?' grinnik ik. 'Oh, ik dacht dat die voor de sier was, net zoals die denk-aan-mij-lijstjes voor in de auto.' Pappi begrijpt er steeds minder, maar in smoesjes bedenken is hij een kei.