In al haar dementie is Wieke heel gehaaid. Ze woont in een zorginstelling en wil naar thuis, maar thuis bestaat niet meer. Vandaag heeft ze fratsen. Wanneer ik zou meedelen dat ze al haar familieleden heeft overleefd, wordt ze ongelooflijk verdrietig. Die middag zetten we beiden in op creativiteit. Zo zegt ze dat haar dikke teen is gebroken alleen om de reden dat ze dan naar huis MOET om andere schoenen te halen. Haar heimwee maakt haar zo vindingrijk dat wanneer ik het probeer met troostvoedsel: 'Er staat vandaag uw lievelingskostje andijviestamppot met spekjes op het menu'. Ze antwoordt theatraal: 'O nee hè, dat is nou net de enige groente waar ik een hekel aan heb. Maar doe geen extra moeite voor mij, ik heb thuis nog een magnetronmaaltijd.' Haar vruchteloze pogingen om naar huis te gaan hebben iets triests en iets komisch.
Ik plant haar op een stoel neer, zodat ze haar gedachten kan ordenen. Ze wil muziek op tv. Het wordt voor de zoveelste keer het YouTube filmpje van Andre Rieu; ouderen worden daar vredig van. Zij: 'Die heb ik al eens gezien. En ook dat filmpje. Ik heb thuis nog andere videobanden liggen. Ik ga ze wel even halen.' 'U heeft volkomen gelijk', geef ik toe. Zij smakelijk om haar uitspraak lachend: 'Dat ik dat vandaag nog zou krijgen.' Voordat ze moeizaam opstaat, toon ik triomfantelijk een andere videoband van de Straussman met de viool. Wieke verzucht kluchtig: 'Ik geef me gewonnen.' Om haar in die fijne mood te houden, presenteer ik de snoeper een schaaltje met petitfourtjes. Wordt het toch nog gezellig.
Een Saar snapt wat nodig is!