Ze is geen bloedverwant. Ze was bijna 50 jaar een
vriendin van mijn overleden moeder. Ze is mijn lievelingstante. Als ik haar
opbel en vraag hoe het gaat, zegt ze: 'Ik heb een ongeneeslijke ziekte.' 'Wat
naar’, antwoord ik oprecht. 'Wat heb je dan?' Zij: 'Ik ben vergeten hoe het heet.'
‘Nou, dan strepen we gewoon het alfabet af,’ grap ik. Ze giebelt ongelovig. Ik
start (en eindig) met de letter A. De A van Alzheimer.