Tijdens werkzaamheden aan de weg is een kabel geraakt. De hele wijk komt uren zonder stroom te zitten. Op de dagopvang bevinden de dementerende bejaarden zich plots in het donker. Het memory spel waar ze mee bezig zijn, wordt gestaakt. De leeuw met blauwe kraag zal even moeten wachten op zijn dubbelganger.
De leiding maakt er het
beste van. Bezigheidstherapeuten dragen waxinelichtjes op batterijen aan. Ze
proberen herinneringen los te weken over vroeger in het donker: de weg naar de
nachtmis tijdens de kerst, verstoppen in de schuilkelders tijdens de oorlog,
een zonsverduistering overdag ergens in de jaren zestig.
Het hoofd van een oude
heer, een nieuweling, tolt na alle verwarrende verhalen. Hij wil weg, naar buiten
toe. Hij drukt op de lichtschakelaar naast de gesloten deur. Het licht floept
aan. Puur toevallig is de stroomstoring op datzelfde moment opgelost. Er gaat
nog een lichtje branden. Hij loopt terug de koffiekamer in en draait het
bijhorende memory kaartje van wat hij de gele hond noemt, om.
Als die avond de
regionale televisiezender tijdens het nieuws rept over de stroomuitval, mompelt
hij in zichzelf: ‘Dat heb ik gefikst.’