Als kind kleurde ik
ijverig met potlood en viltstift binnen de lijntjes. Op een gegeven moment stop
je daarmee. Omdat je er te oud voor wordt, en omdat jouw tekeningen niet verder
dan de middenmoot reiken, ondanks de kopieerkracht van de sketch-o-graph (wie herinnert zich dat onhandige ding niet).
De meeste creatieve schetsen die als meerderjarige uit mijn pen komen, zijn
droedels tijdens een telefoongesprek. Toch was kleuren een ontspannende
bezigheid waar je heel wat uurtjes op een druilerige schoolvrije middag zoet
mee kon zijn.
Kleuren voor volwassen is
dé trend van dit moment. Ik moest er even aan wennen. Mandalatekenen (in de
zestigerjaren deed je dat met behulp van spirograph)
is door zweefteven geadopteerd. Bij kleurplaten inkleuren door volwassenen
doemt onherroepelijk het beeld van hobbyisten die op zolder met hun prijzige
treintjes spelen inclusief conducteurspet, eitje, kniptang en schelle fluit,
op. Och, ieder zijn meug. Sinds Q. trots van de dagbesteding thuiskwam met een
afgeleide van een mandalatekening waar hij eigenhandig minihondjes aan toe
had gevoegd, zie ik het plezier ervan. Mocht je me deze week in de winkel
tegenkomen met een etuitje stabilo’s en een kleurboek voor volwassenen (ze
bestaan echt) onder de arm dan zijn die voor mijn vader.