De verzorgde 87-jarige weduwnaar heeft een afspraak in
het ziekenhuis bij de geriater. De bestelde regionale taxibus is wegens drukte
een luxewagen, zoals het hoogbejaarde heerschap de glimmend zwarte bolide
noemt. Op de achterbank zit zo’n gezellig ouderwets omaatje met een paars
peroxide permanentje. Onderweg vraagt ze, haar elleboog aanbiedend, of de
grapjes makende grijsaard in wil haken. Gearmd zijn, mist ze zo sinds haar man
acht jaar geleden stierf. Er stapt nóg een vrouwelijke passagier in. De oudere
charmante dame neemt naast de bestuurder plaats. Bij aankomst gaat ieders
weegs.
Voor de terugweg rijdt een zilvergrijze Mercedes voor.
Dezelfde taxichauffeur als op de heenweg roept in de enorme onoverzichtelijke
hal twee namen op. Het zijn de 85-plusser en de bejaarde mevrouw die op de
heenweg voorin zat. De chauffeur, in een vorig leven vast een gedienstige
hulphond, zwaait het portier met een zwier open: ‘Lieve dame, neemt u plaats.’
‘Mag ik achterin met meneer’, souffleert ze. ‘Na u’, gebaart de
galante 85-plusser. Als ze beiden plaatsgenomen hebben, leunt de nette oudere
dame zacht tegen hem aan: ‘Zou u een arm om mij heen willen slaan? Ik ben sinds
vier jaar weduwe’. De heer pakt haar stevig vast. Doffe ogen die voor de duur
van een ritje oplichten. De chauffeur die heel kort de gedachte van een
senioren escortservice overweegt, weet wanneer hij zijn mond moet houden.