Pappi is helemaal opgebloeid
nu hij zijn voordeur kan vergrendelen. Op zijn balkon was Q.
zowat de hele dag in de weer met vegen, gieteren, bemesten, en verdorde
bloempjes/blaadjes uit de hosta’s en lavendel plukken. Hij is een echt
natuurmens. In zijn nieuwe onderdak heeft hij in het gezamenlijke
laantjespark een pittoreske patio ter beschikking. Zijn bloeiend groen is mee
verkast en onder zijn raam geplant. Met de restrictie om ‘zijn’ hoekje bij te
houden.
Pappi zit in het Zorghuis achter de
geraniums, zeg maar hosta’s. Naar buiten gaan doet hij niet. Ooit heeft een of
andere Miep bij een intakegesprek voor zijn dagopvangindicatie ingetikt dat hij.
vanwege zijn Boerenbondachtergrond het best tot zijn recht zou komen op een
zorgboerderij. En zoals we allemaal weten: als er eenmaal bij een instantie
iets in de computer staat, valt dat moeilijk te herroepen. Het gegeven
zorgboerderij (dat bij elk officieel gesprek opduikt) kan pappi allerminst bekoren: ‘Ik heb vanaf mijn twaalfde gewerkt, ik ga toch niet weer aan de
slag! En dan ook nog koeienstront opruimen zeker!’
Pappi vertikt hij het bij
voorbaat om de gemaakte afspraak na te komen: ik wil het niet, ik doe het niet!
We laten het gewoon betijen. Hij loert door zijn verrekijker. De kopjes van
de Hosta’s prikken door de aarde heen. Pompende pimpelmezen en lenteachtige
zonnestralen lonken hem naar buiten. Hij schiet uit zijn sloffen, trekt zijn
klompen aan en pakt de meegebrachte groene gieter uit de badkamer, sluit zijn
kamerdeur. In de gang naar zijn tuintje mompelt hij in zichzelf: 'Als ze maar
niet denken dat ik zo gek ben en de hele tuin ga onderhouden.' Wij weten beter!