De inwonende tuinman denkt in dagen. Door dementie hebben de mooie achterliggende jaren in het Zorghuis voor hem geen permanente status. Dat hij sinds een jaar of vijf geen stalen ros of luxewagen meer bezit, wil er evenmin in.
Tring. 'Met pappi [de tuinman van het Zorghuis]. Ik kom vanavond niet naar huis. Ik ben nog niet klaar
met mijn werk (vegen en schoffelen) en ik ben hartstikke moe. Om dan ook nog op
en neer te fietsen wordt me teveel. Bovendien wil ik morgenvroeg op tijd
beginnen met sproeien; de hortensia's zijn zo dorstig. Vind je het echt niet
erg?
Dochterlief: 'Nee hoor, als ik je te erg mis vanavond, bel ik
wel.'
Pappi: 'Liever niet, dan bel je me misschien wakker!
Kus.'
Zonder mijn reactie af te wachten (dit doet hij als hij een antwoord verwacht dat hem niet aanstaat), legt hij de hoorn op de haak.