vrijdag 1 april 2022

WAAR IS DE UITGANG?

nooduitgang

Warhoofd Fred verblijft op een gesloten afdeling. Ooit een bonk van een vent, nu een magere lat omdat hij overdag ijsbeert als een gekooid dier. Met zijn loopstoel bonkt hij opzettelijk overal tegenaan. Hij is het overduidelijk niet met zijn beknotte vrijheid eens. Geen goede vooruitzichten, hier zal hij zijn laatste levensdagen slijten. 

Fred is zeer onrustig. Ik wil hem - al is dat voor hem vanwege zijn hersenaandoening van tijdelijke aard - een sprankje hoop bieden. Herhalen dat hij hier nooit weg komt, maakt hem boos en verdrietig. Van tot levenslang veroordeelde gevangenen weten we dat zèlfs zij zonder een sprankje, al is het valse, hoop op vrijlating (of ontsnapping) aan hun welverdiende straf onderdoor kunnen gaan.

Naast alle binnen- en buitendeuren hebben de groen verlichte nooduitgangbordjes Freds onverdeelde aandacht. We spelen: waar is de uitgang? Het kalmeert hem dat we aan alle deurknoppen zonder klinken voelen, zeg maar trekken. Fred in alle redelijkheid: 'Ik denk niet dat het wat wordt.' We doen nog een rondgang, de zojuist gelopen ronde is hij al vergeten. Om de moed erin te houden vraag ik hem bij een linnenkast en een voorraadkast die voor de gelegenheid ontsloten worden om: Sesam open. Fred opgetogen: 'Het is niet wat ik zoek, maar het begin is er.'

Of het een volgende keer gewenst is en weer werkt, hangt van de omstandigheden af. Ons spelletje was in elk geval geen verspilde moeite. Fred was erna rustig en handelbaar.

Een Saar snapt wat nodig is!