Nederland
is en masse op vakantie. Zo ook de familie van de bewoners en om beurten de
vaste medewerkers van het Zorghuis. Om de thuisblijvers een beetje het
vakantiegevoel te geven, is de recreatiezaal omgetoverd tot een gezellig terras
met fleurige ouderwetse parasolletjes, mega zonnebloemen in potten en voor de
ramen felgele kartonnen zonnen aan een touwtje: een dagje uit thuis. Op het
televisiescherm trekken in een slideshow vakantiekiekjes in zwart-wit voorbij.
Een groep ouderen met polyester Hawaii-slinger om of voorzien van zonneklep of
strooien hoed, schuifelt met de blote voeten in een blauwe schelp met
strandzand. Ze likken aan een raketje of houden een druppend driekleurig
(aardbei, vanille, chocola) wafelijsje in de hand. De heren dragen veelal een
tropenhelm, vissershoedje of zonnebril en nippen aan een cocktail (ranja
met een rietje), terwijl hun voeten dobberen in de deksel van de schelp
die gevuld is met een laagje zout water. Een buitenbeentje die eerst wel en
toen weer niet en toen weer wel mee wilde doen, heeft een tot tulband
getransformeerde sjaal om en zit met zijn onderdanen in een solitair teiltje
met sodawater. Diegenen met elastieken kousen en zwachtels om de benen
voelen en ruiken aan de op tafel liggende schelpen en uitgestrooide
openstaande dennenappels, of woelen met hun handen door geel heidezand
en bewonderen kitscherige souvenirs van weleer. Herinneringen drijven vanzelf boven .
De
activiteitenbegeleidster zingt vragend regels uit vakantieliedjes: 'We gaan
naar Zandvoort al aan de zee, en wat nemen we mee? De bewoners diepen diep uit
hun geheugen en reageren spontaan: een koffer, zonnebrand, duikbril met
snorkel, een emmertje met schepje, azijn (tegen kwallen- en muggenbeten), een
picknickmand, aardappelen enzovoorts. Tussen het uitserveren van drankjes en
exotische fruithapjes (het is tenslotte middag) en ouderwetse
vakantiespelletjes door, speelt een accordeonist de overbekende Franse chansons;
Parijs was nog nooit zo dichtbij. Er wordt gevraagd wat de vakantiebestemmingen
van naasten zijn. Enthousiast worden papieren ansichtkaarten getoond. Bewoners
vertellen over hoe zij vroeger met een volgeladen fiets door eigen land, België en
Duitsland toerden, kampeerden bij een boer of overnachtten bij 'verre'
neven en nichten, ooms en tantes. De boffers bezaten al een auto en reden naar
Ventimiglia of Karinthië. 'Tegenwoordig gaat iedereen met de vliegmachine naar
Verweggistan alsof het niks is. Dat hadden wij toen ook wel gewild
...'
Ik wrijf in mijn ogen, kijk rond en zie mijn eigen slaapkamer. Wat een waanzinnige droom, want in de werkelijkheid zou me dat toch een geklieder geven.