We bevinden ons in een
fictief stadion. De prijzenkast met luxe chocolade paashazen en assorti eitjes
zorgt voor een recordaantal sportievelingen. In alfabetische volgorde: Bobo,
Drika, Frau DB, Mijnheer Demijne, de Luitjes, Pappi, Roosje, Seniorita
Sigaretje, Tante Leen, plus enkele familieleden. Een tafel tegen de muur met
daarop een piramide van genummerde bekers, drie eigele softballen,
een stoel om vanuit te werpen, de openingsceremonie voltrokken door
123456789Tieneke en ... de Wereldkampioenschappen 'Eierwerpen' zijn
officieel geopend.
'Het is geen
frisbeeën, borden gooien, kegelen, of vissen?' Mijnheer Demijne doelt op fancy fairs waar naast een bazaar, tenten met attracties zoals
blikgooien, schieten, touwtrekken, eendjes hengelen, grabbelton en
suikerspinnen. Een eenling herinnert zich dobberende bootjes. Het commentaar: 'De schipper is vast gaan overvaren.'
We doen twee
sets. Ophijsen, rollators en rolstoelen in- en uitparkeren ('piep piep' doen de levende
paaskuikens in de broedkooi), de stoel op gepaste afstand plaatsen omdat de selectie geschiedt op basis van spiermassa, de drumsolo om de spanning op te bouwen, aanmoedigen, de worpen
ansich, het gejubel, het terugplaatsen van personen, het ballen rapen door de
assistent-coach nemen plenty tijd in beslag. Er ontstaat een heuse competitie op de tribune tussen Boertje van Buuten, E. en de
Eiervrouw. Ze troeven elkaar af door de uitgerolde stuiterballen een ultieme
pass te geven voordat de ballen worden geraapt.
Drika vangt aan
met 'Ik doe wel mee, maar ik kan het niet.' We nomineren haar bij voorbaat
voor een Gerard Joling T-shirt met 'Ik heb er geen kracht meer voor', als
ze niet beter haar best doet. De 'helderziende' wint inderdaad de
poedelprijs 'Woefwoef', maar niet voordat ze met een geslaagde oefenworp
afsluit. 'Ik wist het, onder druk presteer ik niet', bevestigt Drika haar
prestatie. 'Je lijkt wel een profvoetballer', wordt er gezegd.
De middenmoot
wordt gevormd door: Bobo die een beetje van de leg is en laat de ballen uit een slap handje vallen. Roosje op haar paasbest met blosjes probeert de techniek 'onderhands werpen' uit. Het mag niet
baten. De Eiervrouw wordt zowat tegen de tafel gereden. 'Ja hé, zo kan ik
het ook', sputtert Tante Leen tegen. 'Ze behaalt een fatsoenlijke score, omdat
ze fanatiek is. De resultaten van de luitjes − duim omhoog, duim omlaag − worden
tegen elkaar weggestreept. Seniorita Sigaretje, geflankeerd door een trainster
bakt er weinig van, maar valt door de puntentelling net in de troostprijzen. Frau DB
uitzonderlijk in haar nopjes, mikt zich geestdriftig naar een vierde plaats.
Net te weinig om zich te kwalificeren.
Mijnheer
Demijne is in topvorm en mikt zich vakkundig naar numero uno. Het rieten mandje vol met zalige babypaashaasjes wekt afgunst.
Drika vindt alleen het mandje al sjattig:
'Je kan er garen in doen.' 'Een naaimandje', roept een lolbroek. Meneer Demijne
kiest eieren voor zijn geld en brengt de prijs fluks naar zijn kamer. Pappi is
tweeds (een chocohaas van formaat) en Tante Leen eindigt op de derde plek (een iets kleinere chocohazin) van het denkbeeldige erepodium. En dat er sporters gepikeerd waren, omdat niet iedereen in de prijzen viel zoals bij de bingo is overdreven. We kweken hier ambitie.
Tijdens de overwinningsborrel
wordt er druk geëvalueerd. Pappi, die graag voor de eer had willen winnen,
hoort de getallen en leidt het gesprek naar een ander onderwerp: 'Ben ik de oudste hier?' Nee, er zijn mensen van 92,
94 en 96, wijs ik naar de Eiervrouw met Beatrix coupe. 'Ik versta u niet', zegt
zij. ‘U bent de koningin van het Zorghuis, omdat u de oudste bent’, herhaal ik
hard. De Eiervrouw knikt instemmend. Pappi die 90 afrond naar 91 wordt door
Drika op de vingers getikt. 'Als je hard loopt, kun je ze nog inhalen',
vergoelijk ik zijn actie. ‘Maar ... nu wat anders. Wie denkt dat de Pauw Ploeg klaar
is voor de Olympische Spelen in 2022?' stel ik. Teamcaptain 123456789Tieneke smiespelt: 'De Paralympics dan'. 'Waar worden die gehouden?' informeert Tante Leen. Mijnheer Demijne oppert: 'Venray.' 'Dat halen we lopend,' zeg ik, 'tenminste als we nu vertrekken.'