dinsdag 3 april 2018

LIEF

Foto: Artistiekelieke

Samen met Pop de Hond lever ik bij pappi de bestelde zuurtjes, pepermuntjes en dropjes af. Even uitpuffen na de lange wandeling en dan in-gerukt-mars. Klopklop. Lievelieke komt pappi ophalen voor de verjaardag van Roosje. We zijn net uitgebuikt van de Pasen of er is alweer wat te vieren. Pop en ik mogen mee en vallen met de neus in de boter(vlaai). Ik geef de opgedofte jarige drie dikke pakkerds. 'Hoho', hoor ik van de bewoners. Is zoenen te amicaal? Ik heb er helemaal niet bij stilgestaan. Doordat ik zo vaak in het Zorghuis ben, voelt menige bewoner en zuster onderhand verwant. En Roosje is zo'n lief wensomaatje dat onmiddellijk wil inlijven. Rondom Roosje (moeder van twee zoons, waarvan een overleden) verzamelt zich een grote familie: bewoners, psw'ers, de luitjes, zoon met vrouw en broekenman - Rijk blijft lui in zijn fauteuil. Roosje krijgt tweemaal een driewerf hoera. Of wij juichen te vroeg of  Lievelieke knipt de foto te laat.



De Witte Dame die haar westie tegen heug en meug moest afstaan en mevrouw H.  die graag een hond had gewild, voelen dat Pop net gewassen is: 'Wat is ze zacht en lief.' Roosje wil elke vlaai in acht forse stukken verdeeld, maar dat is verkwisting - ouderen eten bij voorkeur bescheiden porties. Smikkel, smikkel, smak, smak. Pop de Hond valt in de smaak als aaihond en kliko. Er vallen expres hompjes van tafel en taartbordjes worden op de grond gezet om schoon te likken. Pop de Hond hoovert als  een kruimeldief. Het gebak is op, het zeil is schoon. 'Wat nu', wil de jarige weten. 'Vieze liedjes zingen', vertalen de Witte Dame en Mijnheer Demijne instant hun onderdrukte lentegevoelens. 'Óóh, da's niet netjes', doet de jarige. De Witte Dame loopt naar de stereotoren en zet Roosjes favoriete cd met Duitse schlagers op. 'Ha, het is oorlog', zegt mijnheer Demijne. De zon breekt door de wolken en schijnt naar binnen. 'Nee, het is voorjaar', zeg ik. 'O ja', knikt Mijnheer DeMijne. Samenzweerderig en naar de gestrekte Rijk wijzend: 'Maar wat doen we met hem daar?' De afloop is mij onbekend. Pappi hoorde 'oorlog', zag 'een lijk' en dacht 'wegwezen'.