Het onderdeurtje schuine streep ondergewicht van 94 jaar heeft op haar première flink wat noten op haar zang. Haar disgenoten kunnen het gekwek, waar geen speld tussen te krijgen is, niet meer aanhoren en hebben haar achtergelaten aan de eettafel. Iemand die nog zo kwekken kan, is allesbehalve hulpbehoevend, zo redeneren ze. De Frêle Freule: 'Ik heb niemand meer. Mijn familie en vrienden zijn dood. Ik ben eenzaam en alleen.' De zuster laat het even op zijn beloop. Een tafel verder denkt Mijnheer Demijne er het zijn van en duikt dieper in de krant. De Frêle Freule zet het op een kinderlijk snikken: 'Ik eis een praatster. ik houd van praten!' De zuster haalt haar uit de rolstoel en plant haar behoedzaam in een van de relaxfauteuils bij de televisie. 'Au au. Mijn botten doen pijn, ik ben vel over been. Ik wil kussens, heel veel kussens,' pruilt ze. 'Mijn bips moet ingesmeerd worden met Nivea en mijn huid met Zwitsal, Mijn huid is net perkament. Waarom doet niemand dat" Ik eis dat er constant iemand bij me zit. In het ziekenhuis hebben ze dat voorgeschreven.'
De tv-kijkers kunnen de journaallezer niet verstaan en kijken verstoord naar de Frêle Freule. De klaagzang houdt aan: 'Ik wil naar mijn eigen bed, dat is tenminste zacht!' Tante leen rolt haar ogen omhoog: wishful thinking. Zuster W. herschikt de kussens, pakt een stoofje en gaat voor de Frêle Freule zitten. 'Niemand praat tegen me', ze eist voor de zoveelste keer een praatster. Zuster W. sust het infantiele gedrag door liefdevol de knokige handen te strelen en simpelweg te luisteren, want mevrouw is zelf de praatSTER, al heeft ze dat niet door.
Het Zorghuis maakt het leven leuker!