maandag 16 mei 2016

TE LEUK


Eenzaamheid kan in je huizen. Mismoed neemt beslag van pappi als het weer omslaat: ‘Ik ken hier niemand en maak met niemand contact.’ Volgens de verzorging die wegloopt met mijn charmante vader, is dat onjuist. Onderling vertonen enkele bejaarde mannen van het kippenhok - waaronder Q. - haantjesgedrag. Voor de dames schuift pappi hoffelijk de stoel achteruit om plaats te nemen aan de gedekte dis. De verzorgsters waar hij continu mee grapt, noemt hij stuk voor stuk gemeend ‘schat’ - sommigen zijn echt gedesillusioneerd als ze erachter komen dat hij elke dame zo aanspreekt. Door de gang wandelend zie ik hem joviaal wuiven naar onbekend bezoek als was hij iemand van faam.

Hij heeft twee lievelingetjes, hoor ik. Toen de bezoekende man van mevrouw Giebel met een knuffelkus afscheid nam, kon pappi (die al jaren een opgewekte drukbezette weekendvriendin heeft) zijn jaloezie nauwelijks verbergen. Een verpleegster verhaalt: ‘Ze kunnen samen zo romantisch aan het  raamtafeltje zitten dat ik het kaarslicht erbij zie branden.

De opgewekte weduwe uit het torentje praat in zangregels. We zitten op het terras. Ik zie haar flirterig aan pappi vragen om zijn handen om de aansteker te vouwen, zodat ze een sigaretje kan opsteken. ’We benne op de wereld voor elkaar, voor elkaar’ zegt ze en duwt vertrouwelijk haar schouder tegen zijn bovenarm. Als ik de bestelling opneem, klinkt het: ‘Een glaasje madeira my dear; doe maar koffie.’ Q. schuddebuikt.