vrijdag 3 juli 2020

TYPISCHE TELEFOONTJES


Archiefblog

Geregeld haalt pappi de transparante kunststof kapjes van de voorkeursnummers af. ‘Gewoon een beetje zitten klooien’, zou hij moeten toegeven, maar zijn naam is Haas. Van de negen toetsen hebben we er vijf teruggevonden. Voldoende om de belangrijkste personen te vermelden. Ik sta nog steeds op numero uno. Hiep Hoi.


'Ben ik in Melick verbonden', vraagt pappi als ik thuis de telefoon opneem.
'Nee, je hebt nu je dochter aan de lijn', antwoord ik.
‘Jij woont toch in Melick?
‘Nee, je zus woont er. Bel haar maar, dat vindt ze vast leuk.
‘Daar heb ik geen nummer van.’
‘Je zus staat onder het knopje BETS.’ 
'En ik mocht van jou de knopjes er niet afhalen.’ 
Pappi buldert omdat hij me tuk heeft.
‘Ik bedoel je legt nu de hoorn neer en drukt op het toets waar BETS opstaat. Gesnopen?’
‘Ja.
Een enorme fluittoon in mijn oor. Pappi is vergeten de hoorn neer te leggen, voordat hij gaat bellen.
‘Hallo?’
‘Hallo?’
‘Met BETS?
‘Nee, met je dochter schat.’
‘Hoe kan dat nou?’

Ongelooflijk dat zoiets simpels, als je oud wordt, geen belletje meer doet rinkelen.