Als hummeltje hoorde ik mijn moeder al zeggen: 'Je bent een zonnig kind. Mensen worden blij van je.' Die aantrekkingskracht betreft opvallend vaak mannen die flink ouder zijn dan ik. In de ouderenzorg merk ik dat ook. Vooral (borsten)mannen zijn te gecharmeerd van me. Het is een van de redenen waarom ik als Saar dames als cliënten verkies. Een lieve oudere mevrouw waar ik als Saar in vakantietijd uithielp, bevestigde het weer eens: 'Kind, je mag er dan niet voor doorgeleerd hebben, je bent ervoor in de wieg gelegd.' Ben ik té invoelend, té the girl next door, té vrouwelijk gekleed?
In een cafeetje waar we nooit eerder zijn geweest, neemt een oudere heer beleefd op een zitplaats afstand naast mij en mijn borrelvriendin plaats. Hij heeft een vriendelijk gezicht. Aan de kelderlucht die zijn kleding verspreid, ruik ik dat hij weduwnaar is. We zijn aan ons tweede wijntje bezig en de man heeft geen compagnie gekregen. Zielig vinden we. Ik spreek hem aan. Na een vermakelijk half uurtje weten we alles van hem en is hij helemaal opgefleurd. Te opgefleurd, want de sympathieke weduwnaar begint zich van alles in het hoofd te halen omdat we zoveel gemeen hebben, wat klopt. Zucht, ouderen moet je er eerst met de haren bijslepen en dan kom je niet meer van ze af. Ik begin over zijn kinderen. Ik bevestig dat zijn dochter van mijn leeftijd is, waardoor hij het partner-in-spe-idee meteen laat varen. Hij wil nog een wijntje. Wij vinden dat een slecht idee, omdat hij naast zijn paspoort, minifotoalbum van zijn overleden vrouw ook zijn medicatiekaart heeft laten zien. Als we afscheid nemen, twijfel ik voordat ik hem een Saar-aan-Huis-folder overhandig. Ik sein de serveerster in. Zij bedankt ons dat we de 'stamgast' even onder onze vleugels hadden genomen. Vanwege de drukte had zij geen praatje met hem kunnen maken: 'Jullie mogen vaker komen. Hij heeft een top vrijmibo gehad!'
Een Saar snapt wat nodig is!